De Bende van Oss

Mensen vragen zich wel eens af of zij aan de goede of de foute kant van de geschiedenis zouden hebben gestaan als ze toen en daar hadden geleefd. Of iets er tussenin: niet opvallen in de hoop dat het snel overwaait.

Die vraag (‘goed’ of ‘fout’) dringt zich snel op als het gaat over de Tweede Wereldoorlog. Maar je kan die vraag ook stellen met het oog op relatief kleinere conflictsituaties in de geschiedenis. Bijvoorbeeld de periode van grofweg 1890 tot 1935 in Oss. In de tijd dat de Bende van Oss daar actief was.

Situatieschets Oss

In amper twee generaties veranderde de plattelandsgemeente Oss van een hoofdzakelijk agrarisch dorp in een industriecentrum waarin de boter- en vleesverwerkende industrie een bepalende rol speelde. Het begon rond 1870 met de boterfabricage van de firma’s Jurgens en Van den Bergh. Eerst elkaars concurrenten en (veel) later de grondleggers van het wereldwijde Unilever. De slachterijen van Hartog en Zwanenberg die zich in de tweede helft van de negentiende eeuw in Oss vestigden waren vanaf het begin felle concurrenten van elkaar en bleven dit tot de jaren zeventig van de vorige eeuw.

Jurgensfabriek aan de Kruisstraat in Oss.

Ook de textielfabriek Bergoss stond in Oss. Deze was voortgekomen uit een fabriekje dat David van den Bergh in 1835 was begonnen. Deze David was een broer van Simon van den Bergh, die destijds met de boterfabriek Van den Bergh was begonnen.

De overgang van een agrarisch georiënteerde gemeenschap naar het geregelde fabrieksleven bracht naast een vast inkomen een aantal nadelen met zich mee. Het werk in de fabrieken was zwaar en de dagen lang, vaak niet zonder gevaar en de verdiensten waren erg laag.

Het merendeel van de bevolking paste zich aan de nieuwe situatie aan. Voor een aantal was het moeilijk zich dit geregelde leven eigen te maken. Een leven waar men was overgeleverd aan de luimen van de fabrikanten en fabrieksbazen. De mensen die zich niet wilden of niet konden aanpassen zetten zich af tegen de autoriteit en het gezag. Dit leidde vaak tot werkloosheid en verval in diepe armoede en soms tot criminaliteit.
De geschiedenis van wat is gaan heten ‘de Bende van Oss’ speelt zich af tegen die achtergrond over een periode van zo’n 50 jaar. 

Bende van Oss of Bende in Oss

Eigenlijk is ‘de Bende van Oss’ een misleidende term. Het wekt de suggestie van een strak geleide organisatie en een duidelijke afbakening. Maar dat was niet het geval. Het is wél waar dat het in die tijd een bende was in Oss. En dat uitte zich het meest nadrukkelijk in veel criminaliteit. De Bende van Oss was niet een vaste groep; meer een zwerm spreeuwen zonder duidelijke leider, waar ‘leden’ bij komen en weer uitzwermen. Veel van de bende’leden’ woonden op en om het Schaijksche Veld in Oss.

In boerderij d’n Elzenburg was de marechaussee gevestigd.

Er was zoveel criminaliteit in en rond Oss dat de overheid er – naast de gemeentepolitie – ook een eenheid van de marechaussee stationeerde in de hoeve Elzenburg nabij Oss. Dat leidde tot veel arrestaties (en het sterk afnemen van de criminaliteit), maar ook bracht het andere zaken aan het licht: corruptie door de overheid, seksueel misbruik door een fabrikant van zijn werkneemsters én kindermisbruik door twee pastoors. De toenmalige minister van Justitie (Carel Goseling van het kabinet Colijn V) bedreef vriendjespolitiek en wilde onder meer de actieve en effectieve eenheid van de marechaussee opheffen. Dat staat bekend als ‘de zaak Oss’ en leidde feitelijk tot het einde van zijn ministeriële loopbaan.

Oorzaken

Er is niet één oorzaak te noemen voor de bende in Oss. Maar verreweg de belangrijkste oorzaak was de enorme armoede onder grote delen van de bevolking van Oss. Het waren vaak grote gezinnen die leefden in kleine, armoedige huizen. Vaak vormde een klein boerenbedrijfje de basis voor het gezinsonderhoud, maar moest dat worden aangevuld met tijdelijke baantjes in de fabrieken van de vader en de oudste zoons en dochters. In die situatie was het erg verleidelijk om iets te pikken als de situatie zich voordeed. Veel criminele carrières begonnen met bijvoorbeeld een kippendiefstal. Vervolgens werden dat grotere diefstallen, roofovervallen en moorden. Een favoriete activiteit was ook het oplichten van de verzekering door brandstichting.

Verdere oorzaken waren:

  • De neerbuigende houding van de economische, geestelijke en wereldlijke machthebbers in de stad en het door de elite (o.m. de notaris en een fabrieksdirecteur) met minachting misbruik maken van de afhankelijke positie van de armen.
  • Een afkeer van het gezag door de meeste Ossenaren, waarschijnlijk mede gevoed door het voorgaande.
  • De grote onderlinge verbondenheid van de Ossenaren, hetgeen er toe leidde dat vrienden meegetrokken werden in de criminele klusjes en er gezwegen werd over de misstappen van de anderen.
  • De vaak onbuigzame manier waarop de marechaussee zijn taak vervulde. Dat gold onder meer voor de in 1893 vermoorde wachtmeester Geerard Hoekman. Hij zette mensen tegen elkaar op. Overigens waren er ook mannen in deze eenheid die hun taak invoelender aanpakten. De wachtmeester Chris de Gier (jaren 30 van de 20e eeuw gestationeerd in Oss) kwam zelf ook uit een arm boerengezin en kon zich goed in de positie van de Ossenaren verplaatsen. Hij kreeg derhalve ook meer waardering en respect.
  • De slechte samenwerking tussen de eenheid van de marechaussee in Oss en de gemeentepolitie.
  • De tegenstelling tussen katholieken en protestanten. Vrijwel de gehele bevolking was katholiek. Wachtmeester Geerard Hoekman was protestant. De gemeentepolitie was katholiek (en stond sterk onder invloed van de stadselite); de eenheid van de marechaussee was samengesteld uit protestanten (en liet zich veel minder onder druk zetten).
  • De afkeer van het westen. Dit werd onder meer gevoed door het feit dat het Maasland (ten noorden van Oss) werd gebruikt als waterbuffer. Bij hoog water in de Maas werd dit land onder water gezet om het water in de rivier te laten zakken. Daarbij liep het noorden van Oss ook onder water. En dat om de straten en de huizen in het Westen droog te houden! De vermoorde Geerard Hoekman was een Zeeuw en de gestationeerde manschappen van de marechaussee kwamen ook uit het westen.
  • Het sluiten van fabrieken in Oss waardoor de werkloosheid groter werd. Eerst was dat de sluiting van boterfabriek Van den Bergh in 1891 en later in de crisisjaren na 1929 meerdere fabrieken (met als eerste de margarinefabriek van Jurgens).

Toen Oss in 1399 stadsrechten kreeg, werd daarbij een bijzondere bepaling opgenomen. Die kwam erop neer dat een stedeling van Oss alleen voor doodslag of medeplichtigheid daaraan terecht kon staan, als twee onpartijdige stadsgenoten tegen hem getuigden. Dus als je maar zorgde dat die twee stadsgenoten niet te vinden waren …..  Of deze bepaling mede een oorzaak is geweest van de criminaliteit van 5 eeuwen later valt moeilijk te zeggen.

De bende’leden’

De moord op wachtmeester-commandant Hoekman op 27 maart 1893 wordt meestal genoemd als het begin van de Bende van Oss. In die tijd vonden er ook (moord-)aanslagen plaats op opzichters van boterfabrieken in Oss.

Voor de moord op Hoekman kwamen in november 1893 de volgende mannen voor de rechter:

Alle vier zijn zij afkomstig uit Oss. Piet en Cis zijn broers.

Van Gelder kreeg (als enige) levenslang. In 1923 kreeg hij (ter gelegenheid van het 25-jarig regeerjubileum van Wilhelmina) gratie. Hij bleef tot zijn dood ontkennen dat hij het dodelijke schot had gelost. De andere drie kregen 15 jaar.

De vader van Antonius van Berkum was Martinus van Berkum. Deze had de bijnaam ‘De Baron’ en wordt beschouwd als de belangrijkste man van de bende in die eerste tijd. Op zijn 15e zit hij voor het eerst in de gevangenis (wegens bedelarij). Daarna volgen zeker nog 13 ‘kleine’ veroordelingen (onder meer voor diefstal, mishandeling en belastingontduiking). Hij vertrok in 1894 met een groot deel van zijn familie naar de USA om de politie te ontvluchten. Alleen zijn zoon Antoon (in de gevangenis) en zijn dochter Gerardina Wilhelmina (getrouwd) bleven in Nederland.

Toen de moord op Hoekman werd gepleegd, waren de meeste ‘leden’ van de Bende van Oss nog niet geboren. Het is na deze veroordelingen een tijdje wat rustiger in Oss. De lokale economie is wat aangetrokken en de werkloosheid is wat minder groot. Maar zo’n 15 tot 20 jaar na de moord op Hoekman laait de onrust weer op. Een eenduidige oorzaak voor die nieuwe criminaliteitsgolf is lastig te geven. De enorme armoede was er in de jaren daarvóór ook al en de economisch crisis (met nog meer werkloosheid) begint pas vanaf 1929 (en heeft toen zeker ook een rol gespeeld).

In die ‘tweede golf’ in de jaren ’20 en ’30 van de 20e eeuw is een aantal families opvallend aanwezig. De Van Berkums horen daar niet meer bij. Het vertrek van ‘De Baron’ met zijn gezin naar Amerika heeft daar ongetwijfeld aan bijgedragen.

De familie De Bie is goed vertegenwoordigd. Er zijn zeker zeven De Bie’s die in deze periode voor meerdere vergrijpen terecht staan. Zij behoren allemaal tot de familie van Piet en Cis de Bie, die decennia eerder een rol hadden bij de moord op Hoekman.

Andere Osse (familie)namen die in die tijd met meerdere vertegenwoordigers voorkomen in de annalen van de rechtbanken zijn: Van Berne, Den Brok, Van Galen, Van Geene(n), Hendriks, Van Orsouw en De Reuver. Deze families waren onderling ook door huwelijken met elkaar verbonden. Een plek waar veel misdrijven werden gepland, was de ‘stille kroeg’ (= illegaal café) aan de Berghemseweg bij het Schaijksche Veld. Deze kroeg werd gedreven door ‘Hanneke van Martekus’ (officieel: Joanna Maria Vossenberg, via haar moeder familie van de De Bie’s). Zij had zelf een voorname rol in het plannen van de misdrijven, maar nam daar niet aan deel.

Het ‘stille’ kroegje van Hanneke van Martekus aan de Berghemseweg.
Het Schaiksveld en omgeving in Oss.
Het Schaykse Veld in Oss.

In totaal zou het gaan om ca. 300 (opgeloste) misdrijven. Daarvan zijn er zo’n 50 voor de rechter behandeld met in totaal ca. 80 daders. Hieronder een lijst van de veroordeelden:

NaamBekend alsGeboortejaarVeroordeeld voor / verdacht vanAantal jaren gevangenisstraf
W. M. de BieWimke1918Roofmoord Ooijen7,5
M. F. de BieMarinus1888Roofmoord Ooijen10
J. de BieKoosje1902Inbraak en roofoverval Dinther11,5
P. J. de BiePeer1893Inbraken en roofovervallen17,5
P. W. de BiePiet1915Moord op Gerrit de Bie en overvallen18
A. F. de BieCiske, Jerina Bron1900Brandstichting3
M. van Riekevoort1877Roofoverval Heesch5
A. SnabelGerardus Gannef1892Tipgever en heler5
J. W. Lagarde1903Roofoverval Geffen2,5
H. A. van der PuttenDe Rut1912Roofovervallen en roofmoord Oijen10
J. J. Bevers1902Inbraak en roofoverval Dinther1
J. C. van GeenenGerrit Hooij1898Inbraken en roofovervallen9,5
P. van GeenePietje, Puck Hooij, de Blauwe1895Inbraken en roofovervallen9
N. J. van GeeneKlaasje, Willem Hooij1888Brandstichting met 4 doden-
H. L. van ErpDriek van Reinieren1877Brandstichting met 4 doden-
P. WijnenDe Spekkoek1897Moord op Hartogs in Oss-
A. W. van BakelDe Schipper1904Roofoverval2,5
L. van Orsouw't Schoentje1902Heling1
F. J. van OrsouwDen Olie1910Inbraken en roofmoord Oijen10
M. van OrsouwDe Koperen1905Inbraken en roofoverval Alem10
J. Benkers1884Brandstichting7
F. N. van de WeteringFrans de Brommert1910Roofoverval te Veghel5
J. P. CeelenDe Ceel1912Moord op Van de Pas en roofovervallen18
A. J. Ottens't Snoesje1912Roofoverval te Oss3
A. J. HendriksDikke Toon de Soep1902Roofovervallen en brandstichting10
A. J. HendrikJonge Toon de Soep1911Roofmoord Oijen en roofoverval Uden11
A. M. HendriksDe Saai, Slappe Toon1891Inbraken5,5
H. C. van GalenCornelis van Nispen1910Roofovervallen en inbraken6
J. J. van GalenKoosje, Jacobus van Nispen1899Roofovervallen en inbraken10
G. J. van Galen1903Brandstichting8
P. J. van GalenPiet, Leo van Nispen1902Inbraken3
L. VosBijs de Sijp, Noest1900Roofovervallen en inbraken10
C. L. Ulijn1906Inbraken1,5
W. H. TunissenDe Klits1887Roofoverval6
J. van der Veer1899Brandstichting2,5
J. M. VossenbergHanneke van Mattekus1889Heling3,5
C. VossenbergDe Witte, De Fent1876Diefstal en moord6
L. A. J. van den HeuvelDen Brus, Leonard den Brus1892Roofovervallen en inbraken14
H. A. Reijnders1913Inbraken1,5
Th. J. van BerneDotje1903Brandstichting met doden en overvallen14
J. A. van Berne1910Inbraak en heling2,5
J. J. van BerneKoosje, Toon Sossen1900Doodslag op Van Galen en overvallen15
W. A. Bloemers1906Roofoverval, brandstichting en inbraken10
Chr. H. den Brok1904Roofoverval en diefstal1,5
A. H. den Brok1906Roofoverval, brandstichting en inbraken10
J. M. den BrokJantje1909Inbraken en roofoverval9,5
M. J. den Brok1900Brandstichting en inbraak2
F. de Reuver1904Roofoverval te Oss3
M. J. de ReuverBijs1898Roofovervallen en inbraken11
L. L. de ReuverDe Kippenkoning1891Roofoverval te Alem en inbraak2
Een deel van de bende’leden’.

Moorden:

Roofovervallen:

Inbraken:

Brandstichting: