Groeneveld aan de Goussche Sluijs

Jan Gerritsz

Op 3 februari 1701 werd in de Rooms Katholieke kerk van Montfoort een jongetje gedoopt met de naam Jan. Zijn vader was Gerrit Bouwense en zijn moeder Merchie Theunis. De aantekening van zijn doop staat op blz. 35 van het Doopregister Montfoort RK 1660 – 1673 en 1673 – 1724 (in het Utrechts Archief). Meter was Merchie Huijberde. Een peter wordt niet genoemd.

Jan ging door het leven als Jan Gerritsz. Toevoeging van een patroniem (naar de naam van zijn vader) was in die tijd gewoonte. Uit het patroniem van zijn vader kunnen we afleiden dat de naam van zijn grootvader van vaders kant Bouwe of Boudewijn was en die van zijn moeders kant Theunis.

Van vader Gerrit Bouwense en moeder Merchie Teunis is de huwelijksaantekening gevonden (ook in het Utrechts Archief). Het huwelijk werd gesloten op 2 december 1694. Gerrit woonde toen in Honkoop en Merchie in Montfoort. Van hun geboorte is vooralsnog niet met zekerheid een aantekening gevonden. Ook zijn geen broers of zussen van hen bekend.

Jan had drie broers en vijf zussen. Gerrit en Merchie hadden dus 9 kinderen, allen gedoopt in Montfoort tussen 1695 en 1713. Waarschijnlijk is de oudste broer, Bouwen, jong overleden. Dat is af te leiden uit het feit dat de jongste broer hetzelfde, Boudewijn, genoemd werd. (Dat is overigens niet helemaal zeker, want naamsherhaling onder kinderen kwam ook wel voor zonder dat het oudere kind met die naam was overleden.)

De vader en moeder van Jan gebruikten geen achternamen. In hun huwelijksakte en de geboorteakte van hun kinderen staan ze alleen vermeld met voornaam en patroniem. Alleen in een (achteraf samengestelde) overzichtsklapper in het Utrechts Archief (klapper MT a3) staan de ouders van Jan Gerritsz vermeld met de achternamen Vergeer en Black. Waarop de maker van die klapper zich met die achternamen heeft gebaseerd, is niet duidelijk.

Op basis van de voornamen van de broers en zussen van Jan kunnen we veronderstellen dat grootvader Boudewijn getrouwd was met ene Maria en dat zijn grootouders van moeders kant Daem (Daniël) en Antonia heetten.

De plaatsnaam Honkoop als plaats waar Gerrit Bouwense (voor zijn huwelijk) woonde, duidt zeer waarschijnlijk op Hoenkoop. Hoenkoop had in die tijd geen eigen kerk en viel voor officiële gelegenheden onder Oudewater. Van vóór 1709 zijn er uit Oudewater geen RK doop-, huwelijks- en begraafregisters. Wel Oud Katholiek.

In cassette 12, klapper OR a1 (Oudewater Dopen Oud Katholiek 1673 – 1700) staat geen Gerrit als zoon van een Boudewijn (of Bouwe). In diezelfde cassette, klapper OR b1 (Oudewater Huwelijken Oud Katholiek 1673 – 1700) staat geen huwelijk van een Boudewijn (of Bouwe).

In cassette 21, klapper OR a2 (Oudewater Dopen Hervormd 1608 – 1812) moeten we terug tot 14-04-1655 om de vermelding te vinden van de doop van een Gerrit als zoon van een Boudewijn, nl. van vader Boudewijn Hendrixs (geen moeder vermeld). Er is geen zekerheid dat dit de gezochte Gerrit Bouwense is. Als dat zo is, zou hij bij zijn huwelijk bijna 40 jaar geweest zijn.

Zouden in die tijd de kinderen uit een RK gezin uit Hoenkoop nog in een andere plaats gedoopt zijn?

Over het leven van de broers en zussen van Jan zijn op dit moment geen verdere gegevens bekend. Over hoe de jeugd van Jan (waarschijnlijk in Montfoort) eruit gezien heeft evenmin.

Groeneveld/t

We komen Jan Gerritsz pas weer tegen op 9 november 1729 In Alphen (nu Alphen aan den Rijn). En wel in het gaarderregister. Het blijkt te gaan om het betalen van gaarder (een soort belasting) voor het aangaan van een (voorgenomen) huwelijk. Of, zoals uit de aantekening blijkt, in dit geval het niet betalen daarvan.

Wij ondergeschreven Jan Gerritsz. Groeneveld, geboortig van Montfoort en Lijsbeth Gerritsdr. van Roijen, geboortig van Jutphaas, beiden wonende onder Alphen, ons in den huwelijcken staat begevend, verklaren ons onvermogend om kosten dienaangaande te kunnen betalen.
Gedaan 9 November 1729
geteekend,
Jan Gerritsz. Groenevelt

Dat het hier gaat om “onze” Jan Gerrits zal blijken uit latere stukken. Hij blijkt zich inmiddels Groeneveld te noemen (hoewel hij tekent met Groenevelt). Zijn toekomstige bruid, Lijsbeth Gerritsdr. van Roijen, is geboren in Jutphaas. Beide wonen ze in Alphen. Omdat ze te onvermogend zijn, willen ze de gaarder niet betalen. Hoewel de akte dat niet expliciet vermeld, lijken ze in die opzet geslaagd.

Aan het einde van die maand, op 30 november 1729, gaat het paar in ondertrouw. Niet in Alphen, maar in Jutphaas. De aantekening van ondertrouw luidt:

30-11-1729 Zijn voor mij verschenen, en in wettige ondertrouw aangenomen, Jan Gerritsen Groenevelt, J.M. wonende aan de Goussche Sluijs, onder Alphen, met Lijsbet van Rojen, J.D., alhier, wier vader, Gerrit van Rojen, en van de Bruijgoms zijde, Romert Knelisse Verlaan, uyt last en naam van des eersten vaders, Gerrit Baugisse Groenevelt, als getuijgen tegenwoordig waren, en is na dat hunne geboden hier onverhinderd waren voortgegaan, daar van attestatie gegeven, en gezonden naar Alphen.

Jan Gerritsz blijkt te wonen in Gouwsluis onder Alphen. De toevoegingen J.M. en J.D. (resp. jongeman en jongdochter) houden in dat beide echtelieden niet eerder getrouwd waren.

De naam Groeneveld (of Groenevelt) komt bij de ouders van Jan niet voor. In de aantekening van ondertrouw noemt Jan Gerritsz zijn vader ook met die achternaam. Mogelijk is niet Jan, maar zijn vader – ergens tussen 1701 en 1729 – die naam gaan gebruiken (en heeft Jan dat van hem overgenomen). Waar Jan (of Gerrit) die naam vandaan heeft, is onbekend.

Dat het patroniem van vader Gerrit nu Baugisse is in plaats van Bouwense is niet zo relevant. In die tijd was men niet zo precies in het schrijven van namen. Zo luidt Lijsbeth’s achternaam hier Van Rojen, maar deze komt ook voor als Van Roijen en Van Rooijen.

Lijsbet’s vader was aanwezig bij de ondertrouw. Jan’s vader liet zich vertegenwoordigen door ene Romert Knelisse Verlaan. Deze Robert was ruim een half jaar daarvoor getrouwd met Jacoba, de zus van Lijsbeth.

De ondertrouw van Jan en Lijsbeth vond plaats in de Nederduits Gereformeerde kerk van Jutphaas. De Nederduits Gereformeerde kerk is de voorganger van de latere Nederlands Hervormde kerk. Hoewel Jan dus Katholiek gedoopt is, trouwt hij Nederduits Gereformeerd. Lijsbeth was ook Nederduits Gerefomeerd gedoopt.

Vergeleken met de aantekening van ondertrouw is de aantekening van het huwelijk, op 26 december 1729, erg kort:

Jan Gerritsz Groenevelt, J.M. van Montfoort met Lysbeth van Rojen, J.D. van Jutfaas, beide wonende onder Alphen, getrouwt 26 dec 1729

Lijsbeth had op het moment van trouwen al een zoon, Hendrik van Roijen,  van ruim twee jaar oud. Of Jan Gerritsz de vader was van deze zoon heeft de geschiedenis nog niet prijsgegeven. Het feit dat deze zoon in Alphen geboren werd, maakt dit wel een beetje aannemelijk. Zijn naam, Hendrik, is opmerkelijk, want geen van de ouders van het echtpaar heet zo. Dit zou weer kunnen wijzen op een andere vader Na Hendrik volgen nog 9 kinderen, waarvan er één wordt geboren in Zwammerdam, twee in Oudshoorn en de overigen in Alphen. Mogelijk betekent dit dat vader Jan van baan naar baan trok en zijn gezin met zich meenam.

Vanaf 1739 worden alle kinderen in Alphen geboren.

Een huis voor het gezin

In 1739 krijgt Jan Gerritsz. Groenevelt een huis in Gouwsluis. Het woord “krijgt” moet hier letterlijk worden genomen, zoals blijkt uit onderstaande, opmerkelijke akte (afkomstig uit de protocollen van Alphen). De akte is gedateerd op 11 juni 1739:

Nicolaes Tomesse Swaanenbeek, wonende te Alphen, met procuratie van Cornelis van Heijningen, meerderjarige jongman voor zichzelf wonende te Reewijk, Jacob Lam Loo, weduwnaar van Antje Cornelisdr van Heijningen wonende te Boskoop, volgens testament voor Cornelis de Bruin, notaris te Noord-Waddinxveen d.d. 17-03-1721. Daniël van Beeke, getrouwd met Aeltje Cornelisdr van Heijningen wonende te Reeuwijk, samen kinderen van Cornelis Jacobsz van Heijningen en Margje Pietersdr Beusekom, erfgenamen voor een helft. De andere helft komt toe aan de erfgenamen van Tomas Janse Swanenbeecq, volgens akte voor de secretaris van ambacht Middelburg van 20-05-1739. Verder nog Joris Diedenhooven getrouwd met Margareta Swaanenbeek, wonende te Utrecht, voor zichzelf en handelend voor Willemina Swaanenbeecq, die geschonken hebben aan Jan Gerritse Groenevelt, wonende te Alphen, een huis en erf aan de Gouwekade in de polder achter de Kerk en Zanen, strekkend uit de Gouwe tot Marcelis Leendertsz c.s. Het huis getaxeerd op 25 gulden.

Jan Gerritsz krijgt dus een huis. Geschonken door een groep erfgenamen, waarvan de onderlinge relatie uit deze akte lastig te reconstrueren is. Drie kinderen van het echtpaar Van Heijningen-Beusekom, die samen (via erfenis) eigenaar waren van de helft van het betreffende huis. En drie kinderen van Tomas Janse Swanebeeck, tesamen (ook via erfenis) eigenaar van de andere helft van het betreffende huis. Met hun zessen schenken zij het huis aan Jan Gerritsz.

Het huis zal waarschijnlijk een huisje of misschien zelfs een hutje geweest zijn. De getaxeerde waarde ervan was zelfs voor die tijd erg laag. Maar toch, hij kreeg het. Waarom zegt de akte niet. En het lijkt erop dat het vanaf dat moment zijn woonhuis is geweest.

Het huis staat “aan de Gouwekade in de polder achter de Kerk en Zanen”. Deze geografische aanduiding is voor de lezer van nu niet erg duidelijk. Het blijkt evenwel te gaan om een plek aan de westzijde van de Gouwe in de (huidige) polder Kerk en Zanen. Op welke plek aan de westzijde van de Gouwe dit huis heeft gelegen, is vooralsnog niet achterhaald.

De onderstaande schets is een “artist impression” van het Gouwsluis van 1561. Dus zo’n 1,5 eeuw eerder dan het moment dat Jan Gerritsz daar een huis kreeg. In de monding van de Gouwe bij de Oude Rijn lag toen alleen nog de Gouwse sluis.

Tekening van Gouwsluis en de Gouwse sluis in 1561.

Tekening van Gouwsluis en de Gouwse sluis in 1561.

De enkele sluis werd later vervangen door twee schutsluizen en nog later door twee bruggen. Die situatie staat op onderstaande foto. Deze situatie heeft bestaan tot de aanleg van de iets zuidelijker gelegen hefbrug in 1939.

Foto van Gouwsluis met twee bruggen omstreeks 1938.

Foto van Gouwsluis met twee bruggen omstreeks 1938.

Voor een beschrijving van de geschiedenis van Gouwsluis, zie de site “www.alphen.com“.

Hoe het verder gaat met Jan Gerritsz

Jan Gerritsz verkoopt zijn huis pas op 31 maart 1778. De akte luidt:

Jan Gerritsz Groeneveld, wonende te Alphen, verkoopt aan Eeuwout van Wijk, wonende te Alphen, een huis en erf aan de Gouwekade in de polder achter de Kerk en Zanen, strekkend uit de Gouwe tot Cornelis van Ofwegen, belend ten oosten de Gouwe, ten westen Cornelis van Ofwegen. Koopsom 114 gulden.

Het huis is dan bijna 39 jaar zijn eigendom geweest en waarschijnlijk heeft hij er die 39 jaar gewoond. Daarna blijft hij in Alphen wonen om in juni 1783 de Oude Rijn over te steken en zich te vestigen in Aarlanderveen. Dat blijkt uit de volgende “acte van indemniteit”:

Akte van Indemniteit voor Jan Gerritsz. Groeneveld
PRO DEO
VAN ALPHEN en RIETVELD
Beloven by dezen van wegen den Armen der voorsz. Ambagten ten behoeven ’t Ambagt of den Armen van Aarlanderveen
Ingevalle Jan Gerritsz. Groeneveld tot arremoede mogte komen te vervallen en onderstand van noden hadden, ’t Ambagt of den Armen voornoemd van alle lasten dienaengaende de zullen idemneren en bevryden, onder verband als na Regten.
w.g. Acfum Alphen den 21 Junij 1783
E. Wijk, Willem Rijnsburger, S.J.D. Snoek

Een “acte van indemniteit” houdt in dat de armenzorg van de plaats waaruit de betrokkene vertrekt tegenover de armenzorg van de plaats waar de betrokkene zich wil vestigen, verklaart garant te staan voor de kosten, indien betrokkene in zijn vestigingsplaats gebruik zou moeten maken van de armenzorg. Zonder zo’n akte kon iemand zich in de 18e eeuw feitelijk niet in een andere plaats vestigen.

Waarschijnlijk verhuist hij om in te gaan wonen bij een van zijn kinderen. Lijsbeth is dan al ruim 7 jaar eerder in Alphen overleden. Hijzelf overlijdt een paar maanden na zijn verhuizing naar Aarlanderveen.

Mogelijk woont hij op het einde van zijn leven in bij zijn zoon Willem en diens vrouw Neeltje Pieters(e) van Leeuwen.

Hij wordt in Aarlanderveen begraven op 1 september 1783, zoals blijkt uit de volgende aantekening (uit het Streekarchief Rijnlands Midden):

hervormd begraven Aarlanderveen 1750-1805
inventarisnummer 7
bladzijde 221
datum 01-09-1783
naam Jan G. Groeneveld onderhouden door de Gereformeerde armen, begraven op 01-09-1783, graf kerkhof
bron DTB-registers
aangever Arij Baas
bedrag pro deo

Leven in armoede

Uit bijna alles wat we vinden in de archieven over Jan Gerritsz Groenevelt blijkt dat hij in armoede leefde. Hij trouwt Pro Deo. Zijn huis krijgt hij. Het is bijna niets waard en toch leeft hij daar bijna de helft van zijn leven, voor een groot deel van zijn volwassen leven met zijn kinderen. Bij zijn overlijden wordt hij onderhouden “door de Gereformeerde armen”.