In de vrijheid Ammers (nu Ammerstol) was er een stuk land dat bekend stond als het Groeneveldsleen. Volgens een acte van verhuur van 31-07-1622 lag het tussen de Lek en de halve Achterweg. De huidige Achterweg ligt in de kern van Ammerstol en loopt evenwijdig aan de Lekdijk. Tot na WOII bestond Ammerstol uit niet meer dan de Lekdijk, de Achterweg en wat wegen daartussen.
In 1495 werd ene Cornelis Gerardsz, zoon van Gerard Hermansz, beleend met een huis, boomgaard en hofstede ‘binnen der vrijheyt van Ammers’, waar oostwaarts een viertel land waar het tolhuis op placht te staan, zuidwaarts de Lek, westwaarts de haven en noordwaarts ‘ten Groenenvelde toe’. Met dat laatste wordt vrijwel zeker het Groeneveldsleen bedoeld.
Het Oude Tolhuis stond op de plek waar nu het veerhuis staat. Het werd 1321 gebouwd en was lang het oudste monument van de Krimpenerwaard, maar werd desalniettemin gesloopt. Het stond buitendijks in de bocht van de Lekdijk, op de plek van de pijl op bovenstaand kaartje. Of dat hetzelfde tolhuis is uit de leenakte van 1495 is niet duidelijk. Daar wordt immers gesproken over het land ‘waar het tolhuis op placht te staan’.
Cornelis Gerardsz en zijn kinderen wordt daarop aangeduid als ‘van de Groenevelde’. Later wordt dat Groenevelt en Groeneveld. Vrijwel zeker is die naam afgeleid van het Groeneveldleen. De eerste vermelding van de achternaam dateert van 6 jan. 1548, wanneer de zoon van Cornelis Gerardsz, Geryt Cornelisz. van de Groenevelde, als gezworen heemraad van Bergambacht optreedt.
Mogelijk gaat het hier om voorvaders van de Groeneveld-stam F, waarvan nu als stamvader bekend is Cornelis Groeneveld. Hij zal ca. 1650 geboren zijn. Van zijn zoon Reinier is bekend dat hij in Ottoland geboren is en in Nieuwpoort trouwt. Een relatie tussen deze familie ‘Van den Groenevelde’ en de Groeneveld-stam F is evenwel (nog) niet aangetoond.