Aantekeningen |
- Bij de foto:
De molen Nooit Gedagt te Woudrichem.
Uit: Familiekring Groeneveld, nr. 4:
HERBOUW "NOOIT GEDACHT" KOMT IN ZICHT.
In Woudrichem blies de Duitse bezetter op 21 april 1945, dus vlak vóór de bevrijding, de korenmolen "Nooit Gedagt" op.
Deze molen, een uit 1662 daterende achtkante boven-kruier met stelling, stond op de vestingwallen van de stad en was de enige molen die het stadsbeeld sierde. Wie de foto ziet, zal begrijpen waarom er in Woudrichem een "Stichting herbouw molen Nooit Gedagt" zich beijvert om de benodigde f 800.000.- bijeen te brengen die nodig zijn om de molen in zijn oude luister te herbouwen.
De stichting heeft in de afgelopen jaren reeds een kapitaal van f 300.000.- bijeen weten te brengen met allerlei acties en activiteiten.
Op 13 september 1989 kwam Hans de Boer, secretaris-generaal van het departement van WVC, namens minister Brinkman een bezoek brengen aan het Visserijmuseum in Woudrichem. Volkomen onverwacht voor de heer Post, bestuursvoorzitter van het Visserijmuseum en tevens bestuurslid van de "Stichting herbouw molen Nooit Gedagt" zegde de heer de Boer f 200.000.- toe voor de herbouw van de molen, waardoor in 1990 begonnen kan worden met de herbouw van de molen, die men een functie wil geven als korenmolen en/of electriciteitsopwekker.
De één na laatste molenaar die op deze molen heeft gedraaid was Johannes Gerrit Groeneveld, geb. Woudrichem 4.7.1857. In zijn huwelijksakte van 29.11.1883 wordt als zijn beroep vermeld: "karman", hetgeen samenhing met zijn gewoonte om het in de molen gemalen meel met paard en wagen bij zijn klanten af te leveren, wat hem de bijnaam bezorgde "Hannes de Keulekar" Het zou interessant zijn om te achterhalen wie de dichter is van het volgende rijmpje, dat in een der bewaard gebleven balken is gekrast:
"Ik ben een molenaar,
wat zou ik beter wensen;
de zegen komt van God,
de gunst van goede mensen".
|