Aantekeningen |
- Uit "De Hank", Dorpskrant van Elst, januari 1993:
Oud Elst.
Inmiddels zijn we bij het rijtje huizen aangekomen in de Vordel, genummerd 192 t/m 206. Deze huizen waren de enige in Elst, die destijds eigendom waren van de gemeente Rhenen. Nu nog wonen er enkele mensen uit die tijd met een zeer hoge leeftijd. Ook kinderen, en zelfs al kleinkinderen van vroegere bewoners, zoals van bijvoorbeeld Coenraad (Koentje) van VIEGEN.
Over Koentje gaat het deze aflevering. Grote gezinnen woonden er. Ook Koentje had zo'n groot gezin. Koentje was niet alleen postbesteller, maar ook vrachtrijder, schilder en schoenmaker. Hij was een man met een lach en een traan, die ook op elk woord een gedicht kon maken.
Hij leefde ook met elk gezin mee en kende de blijdschap en verdriet van alle mensen. Heel veel wist en hoorde hij. Veel mensen namen hem in vertrouwen omdat hij een man was die zweeg over hetgeen hij niet mocht vertellen. Vooral kinderen mochten graag naar Koentje gaan om schoenen te brengen. Overal had hij dan wel een rijmpje op. Het was een tijd van armoede, dus zoveel schoenen om te repareren waren er niet. Om toch te voorzien in het onderhoud van zijn grote gezin, was hij ook postbode.
Lopend werd eerst de post door hem bezorgd. Toen de fiets zijn intrede deed bij de post, moest Koen eerst leren fietsen. Op een van zijn eerste bezorgtochten per fiets reed hij dan ook bijna een vrouw van de sokken. "Kan je niet bellen, Koen", riep de vrouw geschrokken. "Jawel", antwoorde Koen onmiddellijk, "maar niet fietsen!". Direct had hij zijn weerwoord klaar. Zo ook bij de vrouw die hem binnen riep met de woorden: "Kom even naar binnen Koen en let maar niet op de rommel". "Jawel", was het antwoord, "want anders breek ik m'n benen".
Door weer en wind ging hij door het dorp, met aan zijn fiets de posttas en een mand voor zijn schoenen. Goedlachs en voor iedereen had hij een praatje. Voor veel ouderen in ons dorp is het een mooie herinnering die schoenmaker Koen. Hij zou gerijmd hebben: "'t is voorbij, niks aan te doen".
Nog enkele versjes, die herinneren aan Koen:
Koen maak me schoen,
Kind zou ik dat wel doen,
Want het is maar een schoen,
Vandaag heb ik geen tijd,
Want op mij wacht mijn meid.
Morgen zal ik het wel doen,
Dan maak ik vast en zeker wel je schoen.
en
Ruzie is totaal niet nodig,
Het is volledig overbodig,
Met elkaar gaan ze soms op de vuist,
Is deze oplossing nu echt wel juist,
Want wat heeft het nu voor nut,
Je gooit jezelf in een diepe put,
Doe allemaal toch net als Koen,
Geef je tegenstander een hand, desnoods een zoen,
He maakt het zo meteen weer goed,
Die net als Koen, dan doe je het goed,
Waar was die ruzie toch voor nodig,
Het was volledig overbodig.
|