Aantekeningen |
- Van https://www.canonsociaalwerk.eu:
Marie Kruseman kwam in 1883 in dienst van de N.V. Nederlandsche Gist- & Spiritusfabriek in Delft (het latere Gist-Brocades, inmiddels opgegaan in DSM) en groeide daar in zes jaar uit tot Nederlands eerste maatschappelijk werkster in een fabriek. Jacques van Marken, die het bedrijf in 1869 had opgericht, was een vooruitstrevend en sociaal voelend werkgever die met zijn bedrijf een van de koplopers was in productietechnisch opzicht, maar ook sociaal. Zijn vrouw Agneta Matthes werkte aan dit sociale beleid volop mee. Ze behoorden tot het sociaal-liberale netwerk dat omstreeks 1870 de "sociale quaestie" agendeerde. Daarbij trokken ze intensief op met Agneta's zus Elisabeth en haar man Arnold Kerdijk, de sociaal-liberale hervormer. Het motto van de Van Markens, en dus ook van de personeelsvereniging, was: "De fabriek voor allen, allen voor de fabriek".
De vestiging van sociaal werk in de Delftse fabriek was ingebed in een veelomvattend sociaal beleid dat voor die tijd opzienbarend was en sterk de trekken had van het vooruitstrevende sociaal-paternalisme. Van Marken stelde als eerste in Nederland in 1878 een ondernemingsraad in ("Fabriekskern"). In 1880 richtte hij een afdeling 'Belangen van het Personeel' op, hij begon dat jaar ook met een Ziekenfonds en een eerste aanzet tot een pensioenvoorziening. Een ongevallenverzekering voor het eigen personeel kwam in 1884 tot stand. In het jaar dat Marie in dienst kwam, begon Van Marken ook met de bouw van het Agnetapark, een tuinwijk met woningen voor de fabrieksarbeiders, vlak naast de fabriek.
Marie Kruseman kreeg een breed takenpakket, met als kern de administratie van de personeelsafdeling. Dit betekende de zorg voor de "Vrijwillige Spaarkas", toezicht houden op het schoolbezoek van de kinderen van het personeel, inclusief het uitreiken van prijzen aan de kinderen zonder schoolverzuim, zorg voor het bedrijfsziekenfonds en - pensioenfonds, het organiseren van diverse cursussen en een huisvlijtschool voor jeugdige personeelsleden, een collectieve brandverzekering, en de redactie en publicatie van het weekblad De Fabrieksbode. Verder had ze het beheer van de uitleenbibliotheek, en een lees- en gezelligheidslokaal dat ook als kantine dienstdeed en verzorgde het subsidiebeleid van de Harmoniekapel en de zangvereniging. Ze legde huisbezoeken af en hield een soort "burgerlijke stand" bij en bemoeide zich met de speeltuin voor de arbeiderskinderen in het Agnetapark. In 1886 begon zij onder het pseudoniem "Airam" in De Fabrieksbode te schrijven. In datzelfde jaar werd op haar initiatief een naaischool voor de dochters van het personeel geopend. In 1885 werd Marie benoemd tot hoofdboekhoudster van de N.V. Gemeenschappelijk Eigendom, belast met de ingewikkelde boekhouding van de huur-, spaar- en aandelensystemen van de woningen in het Agnetapark. De bewoners waren namelijk geen huurders of eigenaar, maar aandeelhouders. Het werk van Marie Kruseman groeide uit tot een breed integraal takenpakket met elementen van wat later sociaal-cultureel werk, personeelswerk/HRM en bedrijfsmaatschappelijk werk zou heten.
|