Aantekeningen |
- Uit artikel in de Elburgse Courant van vrijdag 14-06-1991:
Op Jan van Triest had de scheepvaart van jongs af aan een grote aantrekkingskracht. "Toen ik klein was, wilde ik stuurman worden op de grote vaart, maar dat mocht niet van m'n vader. Na school ben ik bij aannemer Bart Klaassen gaan werken voor een gulden per week. Mijn vader zei, dat ik wel zeven gulden kon verdienen, als ik als knecht bij hem op de botter zou komen werken. Zoveel geld bleek dat niet te zijn, maar toch deed ik het. Van mijn zestiende tot m'n drieentwintigste. Daarna ben ik gaan werken als timmerman bij de vliegtuigdienst op Soesterberg."
Door de mobilisatie in '39 kwam Van Triest op het vliegveld in Bergen in Noord-Holland terecht. Het leek er eevn op, dat de Duitsers hem te werk zouden stellen. "Daar had ik helemaal geen zin in en ik ben toen terug gegaan naar Elburg" herinnert Van Triest zich. "In januari 1941 kwam ik weer bij mijn vader aan boord als knecht. Tot '44 heb ik gevist."
Van Triest kwam in april 1944 bij de Visafslag te werken. "Deetman stopte er toen mee. Mijn zwager werkte toen al bijde afslag. De vrouw van Hannes, mijn schoonzus dus, zei dat ik er ookheen moest. Ja, en omdat het al duidelijk was dat de visserij geen toekomst meer had door de drooglegging van de Zuiderzee, ben ik bij de afslag aan het werk gegaan. Tot 1954 heb ik daar gewerkt. Toen ben ik gemeentebode georden, wat ik tot 1981 ben gebleven. Ik ging toen op 64-jarige leeftijd met de VUT."
|