Aantekeningen |
- Johannes was een telg uit een zeer aanzienlijke familie, die oorspronkelijk afkomstig was uitEngeland en uit Glasgow. De nazaten van John Was behoorden tot de maatschappelijke bovenlaag van St. Maartensdijk en bekleedden aanzienlijk ambten en functies, waaronder chirurgijn, heel- en vroedmeester of assistent. Daarnaast worden zij vermeld als burgemeesters, handelden zij oner meer in meekrap en bezaten land.
De meekrap (Rubia tinctorum), ook wel mee of mede (ook wede) is een plant die behoort tot de sterbladigenfamilie (Rubiaceae). Meekrap werd vroeger gebruikt als grondstof voor de rode kleurstof alizarine. Daarnaast wordt aan meekrap ook een medicinale werking toegeschreven.
Omstreeks 1300 komen de eerste vermeldingen van meekrapteelt in Vlaanderen voor, in de polders rond Brugge. Vanaf de 14e eeuw komt meekrap in Nederland voor, vooral op de goed bemeste kleigronden van Zeeland en de Zuid-Hollandse Eilanden. Pogingen om de plant te telen in andere delen van Nederland, zoals de Betuwe, Friesland, Groningen en Noord-Holland mislukten echter. Rond 1870 verdween de soort in relatief korte tijd als gewas toen er een procedé was gevonden waarmee de verfgrondstof alizarine relatief eenvoudig op chemische wijze uit koolteer kon worden gewonnen.
Het groeide vooral goed in de zanderige bodem van Nederland, met name in Zeeland, en werd daar ook voor de lokale economie erg belangrijk. Ook in het aangrenzende Bergen op Zoom was een belangrijke industrie. De stad ontleent hier bijvoorbeeld haar carnavaleske naam Krabbegat aan; in de Blauwe Handstraat waren ateliers gevestigd.
|