Aantekeningen |
- Bij de 1e foto:
Robert Daniël Wolterbeek en zijn echtgeote Henrietta Maria Anna Meyer.
Bij de 2e foto:
Huis Valkenburg
Gedurende vele jaren domineerde het huis “Valkenburg” het kruispunt Utrechtseweg/ Van Borsselenweg te Oosterbeek. In 1845 kocht de Amsterdamse bankier Robert Daniël Wolterbeek een perceel grond van 7 ha. dat zuidelijk grensde aan de Oorsprong en oostelijk aan Hartenstein.
Op het perceel bevond zich nabij het genoemde kruispunt het al meer dan 150 jaar oude, gerenommeerde etablissement de “Koude Herberg”. Het werd onder andere aangedaan door Jan Kneppelhout die er in zijn studententijd verbleef als hij Oosterbeek aandeed.
Ten behoeve van de bouw van een buitenhuis voor zijn familie liet Robert Daniël Wolterbeek de herberg afbreken en aan de overzijde van de Utrechtseweg opnieuw optrekken. Op de plek waar tot dan de herberg stond liet Wolterbeek “Valkenburg” bouwen, een statig herenhuis met een oranjerie, stallen, kassen en een fraai aangelegde tuin met een beplanting die in hoog aanzien stond bij de tuinliefhebbers van die tijd. De naam ontleende hij aan de buitenplaats “Valkenburg” in Heemstede die enige tijd eigendom was van Johan Christian Meyer de vader van zijn echtgenote Henriëtta Meyer.
De Familie Wolterbeek heeft gedurende ongeveer 80 jaar deel uitgemaakt van de Oosterbeekse elite. Drie generaties hebben in het (buiten)huis gewoond.
In de achttiende- en vroeg negentiende eeuw werden de villa’s en buitenhuizen veelal bewoond door in Arnhem wonende en werkende vermogende families. Rond 1820 echter vestigde zich ook randstedelijke patriciaat in Oosterbeek. Zeer aannemelijk echter lijkt dat door bezoeken aan zijn halfbroer Dirk Jacob Wolterbeek (1791- 1840), van 1820 tot 1827 predikant van de Oude Kerk aan de (Beneden) Dorpsweg, het aantrekkelijke Oosterbeek in de aandacht geraakte van Robert Daniël.
Zoals veel gegoede randstedelingen werd Robert Daniël Wolterbeek aangetrokken door het landschap rond Oosterbeek. Een landschap dat zich kenmerkte door weidsheid, grote hoogteverschillen en fraaie vergezichten over de Rijn en Betuwe vanaf de stuwwal.
Robert Daniël was zeer gehecht aan “Valkenburg” en schreef er later over:
“Het is op dat bevallige plekje, in die heerlijke omgeving, dat ik met mijn geliefde Echtgenoote en onze kinderen, gedurende vele Jaren, door Gods groote Goedheid, in Zijne altoos zoo vriendelijke natuur, het ruimste en edelste levensgenot mogt smaken.”
Robert Daniël moest voor zijn werk zelf regelmatig op en neer naar Amsterdam, maar het lijkt er op dat zijn vrouw en kinderen het grootste deel van de tijd in Oosterbeek verbleven.
Robert Daniël was als firmant verbonden aan de handelsfirma Daniël Crommelin & Zoonen, waar hij gaandeweg, meer en meer in conflict geraakte met zijn medefirmant en zwager Claude Daniël Crommelin (1795- 1859) hetgeen leidde tot zijn vertrek. De onenigheid zal sterk te maken hebben gehad met de positie waarin het handelshuis zich steeds meer bevond, die van sterk dalende omzetten. Overigens, een familievete daar Claude Daniël gehuwd was met een zus van Robert Daniël, Aleida Maria Wolterbeek (1802-1853).
Op 19 maart 1829 huwt Robert Daniël te Amsterdam met Henriëtta Maria Anna Meyer (1802-1866). De leden van de familie Meyer waren al tien jaar bekenden van hem daar zijn oudere halfbroer, de Amsterdamse rechter Pieter Wolterbeek (1790- 1844), in 1819 in het huwelijk trad met een halfzus van de vrouw van Robert Daniël, Wilhelmina Maria Meyer (1791- 1843), net als Anna Henriette Meyer geboren in het eerste huwelijk van vader Johan Christiaan Meyer met Glaudina Adriana van Rooijen. Vader Meyer trouwde in tweede echt met Margaretha Johanna Rijsendaal uit welk huwelijk drie dochters werden geboren, Helena Henriette, Henriette Maria Anna (1802-1866) en Marianne Antoinette (1804-1886).
Robert Daniël Wolterbeek leidt een druk bestaan en heeft gedurende zijn leven vele functies bekleed. Na zijn afscheid van het handelshuis Daniël Crommelin & Zoonen te Amsterdam was hij lid van de Kamer van Koophandel te Amsterdam, lid van den gemeenteraad van Amsterdam, lid der provinciale Staten van Noord-Holland, later van die van Gelderland, regent van het Gasthuis te Amsterdam en directeur en later commissaris van de Nederlandse Bank,maar ook lid van het College van Toezicht op de Hortus Botanicus in de hoofdstad, om enkele functies te noemen.
De grote passie van Robert Daniel is echter de fraaie tuin rond “Valkenburg.
Voor de dagelijkse gang van zaken waren een zevental personen in dienst. Velen waren gedurende tientallen jaren aan “Valkenburg”verbonden. Robert Daniël en later Anna waren trouw aan hun personeel.
Na het overlijden van zijn echtgenote op 4 augustus 1866 wordt het, op familiedagen en bezoeken vanuit de grote vriendenkring, stil rond “Valkenburg”. Eerst volgt een volgende klap voor Robert Daniël, het financieel debacle van zoon Willem Pieter in 1867, en in 1870 de tragische dood van zijn zoon Dirk Jacob (zie aldaar) in Cheribon (Indië) waar deze suikerfabrikant was. Robert Daniël besluit de twee buitenechtelijke kinderen van Willem Pieter uit Indië te laten overkomen naar Oosterbeek waar zij hun jeugd doorbrachten op Valkenburg. Beide kinderen vertrokken op 31 maart 1871 vanuit Batavia met het Nederlands schip “Cornelis Wernard Eduard” en kwamen op 23 juli van datzelfde jaar in Holland aan. Voor hun vertrek werden beide kinderen op 5 maart 1871 eerst nog in de Protestantse Kerk in Cheribon gedoopt. Na het overlijden in 1883 van grootvader kwamen de kinderen onder voogdij van Anna Henriette Meyer en bleven op “Valkenburg” wonen.
Op 27 april 18838 overlijdt Robert Daniël op “Valkenburg”. Hij wordt bijgezet in het graf van zijn echtgenote Henriëtta Wolterbeek- Meyer op de Oude Begraafplaats aan de Weg langs het Kerkhof, later de Fangmanweg geheten.
|