Aantekeningen |
- Uit De Viersprong nr. 97:
Deel 3 over het verdronken buurtschapje "De Veldhuizen" (op een plek in wat nu de Zegerplas is in Alphen aan den Rijn).
Uit dit artikel blijkt o.m. dat Dirk eigenaar was van vele percelen land in Oudshoorn, Alphen en Aarlanderveen, o.m. een boerderij met percelen in het buurtschapje.
Op 7 juni 1814 kwam de familie bijeen bij notaris C. van der Lee in Aarlanderveen om de nalatenschap te regelen. Aanwezig waren moeder Ariaentje Baartwijk, haar zonen Gerrit, Willem en Dirk en haar dochter Beatrix met haar man Jan van den Akker. Moeder kreeg veel land, Gerrit onder andere zes huizen en Dirk de boerderij in De Veldhuizen, waarbij intussen een zomerhuis was verrezen. De waarde van de boerderij werd getaxeerd op 600 gulden. Verder kreeg Dirk 29 morgen 124 roeden land bij de boerderij, ter waarde van 12.840 gulden. Aan de Lage Zijde van de Rijn wachtten hem nog twee huizen, samen ter waarde van 2.000 gulden, en tenslotte kreeg hij in contanten fl. 1.168,16.
Beatrix en Jan van den Akker kregen een boerderij met land in de Kortsteekterpolder en Noordeinderpolder, alsmede twee huizen aan de Lage Zijde. De nalatenschap vertegenwoordigde een waarde van ruim 83.000 gulden.
Op een zeker moment tussen 1814 en 1832 heeft zoon Dirk Dirkszn. de boerderij met de wei- en hooilanden verkocht. Bij de invoering van het kadaster in 1832 werd namelijk als eigenaar van de boerderij (sectie C, nr. 771) Hendrik Wesseling genoemd, makelaar te Amsterdam.
In 1861 gingen de bezittingen in De Veldhuizen bij successie voor de helft over op zoon Hendrik Carel Wesseling, die predikant was geworden, en voor de andere helft op de minderjarige kinderen van de in 1847 overleden zoon Johannes, te weten: Steven Jan Hendrik, Maria Catharina en Cornelia Susanna Wesseling. Een scheiding van de goederen vond plaats in 1869.
In 1890 werden de boerderij en de landerijen verkocht aan Moises Speijer, koopman te Leiden.
'De Rijnbode' meldde op 1 april 1900 de aanstaande verkoop van deze boerderij. Het perceel werd in de krant aangeprezen als 'de kapitale bouwmanswoning "Zionshoeve" met de daarbij behoorende uitmuntende, weltoegemaakte weilanden, gedeeltelijk bezet met panklei', groot 13,6574 ha. Het bedrijf was verhuurd aan Cornelis Huisman, de landerijen tot Kerstmis 1900 en de gebouwen en het erf tot 1 mei 1901. Op 23 mei 1900 liet de eigenares, Salomine Speijer, eerder weduwe van Leopold Speijer en op dat moment weduwe van Maurits Haantjes, een notariële acte opstellen bij notaris J.C. Spruijt te Alphen voor de openbare verkoop in twee partijen van de hofstede ZIONS-HOEVE. Salomine Haantjes-Speijer woonde in Bielefeld, Duitsland. Jacob Willem Clant verwierf 'de bouwmanswoning bestaande uit woonhuis, stallingen, schuren, hooibergen, verdere getimmerten, tuin, boomgaard, arbeiderswoning' met 8,6064 ha land plus een deel van 0,1050 ha. Hij betaalde daarvoor fl. 17.345.
Het overige land, 4,9460 ha plus het andere deel van de genoemde 0,1050 ha, werd gekocht door Gijsbert van Zwieten.
Gijsbert van Zwieten en Cornelis Huisman, de huurder van de ZIONSHOEVE, waren al enkele decennia goede bekenden van elkaar. In 1868 was Gijsbert van Zwieten getuige bij de geboorte-aangifte van Adriana Huisman, dochter van Cornelis Huisman, terwijl Huisman op zijn beurt in 1898 getuige was bij de aangifte van Van Zwietens dochter Margje. Op dat moment, 1898, woonden de families Van Zwieten en Huisman nog niet in De Veldhuizen, maar zij waren wel buren, resp. op de nrs. 234 en 236 te Oudshoorn. Volgens het bevolkingsregister van 1890-1900 woonde het gezin Huisman op nr. 3 in wijk 4; dat is De Veldhuizen. We mogen daarom voorzichtig vaststellen, dat Huisman omstreeks de eeuwwisseling verhuisd moet zijn naar de ZIONSHOEVE in De Veldhuizen.
In 1906 werd aan de Gebroeders Van Vliet te Aarlanderveen voor deze boerderij vergunning verleend 'tot het vernieuwen van de woning'. Als eigenaar werd genoemd de 'N.V. Verenigd Landbezit'.
De huurders
Zoals we in deel 2 bij de vorige boerderij aangaven, ontbreken goede gegevens over de huurders. In 1829 troffen we twee pachtersfamilies aan, namelijk Boer en De Jong, maar welke familie op welke boerderij woonde, is niet bekend. De eerste huurder van de ZIONSHOEVE in de negentiende eeuw die genoemd wordt, is Jan van den Akker. In een advertentie in 'De Rijnbode' van 15 juni 1879 vroeg hij 'ten spoedigste eene Boeren stoepmeid, liefst eene die goed kan melken'. Deze Jan van den Akker is degene over wie we op de vorige bladzijde schreven dat hij werd geboren op 21 oktober 1837 te Aarlanderveen.
Jan trouwde met Maria Oudshoorn (ook wel Maartje genoemd). Zij werd geboren op 3 augustus 1834 te Warmond. Het echtpaar woonde eerst in Oegstgeest en werd op 16 augustus 1870 in Oudshoorn ingeschreven op huisnr. 445, met als beroep bouwman. Het echtpaar had toen drie kinderen; in Oudshoorn werden nog acht kinderen geboren. De elf kinderen waren: Dirk (1 mei 1866), Willem (8 november 1867), Jan Dirk (12 juni 1869), Maria Cornelia (20 april 1871), Jan (3 oktober 1873), Cornelis Willem (19 februari 1875), Jacob (3 december 1876), Neeltje Gerarda (21 april 1878), de tweeling Catharina Maria
Voor Hendrik Wesseling en diens zoon Hendrik Carel Wesseling, zie elders in deze database.
Voor notaris Johannes Christiaan Spruijt, zie elders in deze database.
Voor Jacob Willem Clant, zie elders in deze database.
Voor Gijsbert van Zwieten, zie elders in deze database.
Voor Cornelis Huisman, zie elders in deze database.
Voor Jan van den Akker, zie elders in deze database. Geboortedatm van zijn echtgenote, Maria Oudshoorn, moet overigens zijn: 30-08-1839 en de geboortedatum van zijn zoon Jacob moet zijn: 31-10-1876
|