Aantekeningen |
- Inwoner van Amerongen, de Ginkel, 1671 (Gens Nostra 1992, blz. 457). “Gerrit Theunis Brantsz met 2 meiden en 2 knechts” (Gem. Arch. Amerongen 156).
In 1650 (Huis Amerongen 1180, fol. 22; 01-09-1650) en 1666 (Huis Amerongen 1181, fol. 43; 24-06-1666) wordt Gerrit Thonis Brantsz beleend met de hofstede en de venen (twee en een tijns). Deze worden geërfd door broer Brant Theunisz.
Erft kennelijk 3 morgens pollen onder Renswoude van broer Willem Theunisz. Later erft Theunis Jacobsz (zoon van zus Neeltje Theunis) deze.
In 1675 verklaren Franck Wulphertsz en Annigje Jans, echtelieden, won. Scherpenzeel, ten verzoeke van Joachim Vervoorn, drost te Amerongen, dat zij in eigendom competeren seeckere Landerijen mette huijsinge daer opstaende gelegen jnde Ginckell onder d'jurisdictie vande voorschreve Heerlijcheijt daer jegenwoordich opwoont ofte gewoont heeft Frans Janssen v[er]claren voorn dat wij de voorschreve goederen well souden hebben aengebracht omme bij die van[den] Gerechte aldaer te worden geestimeert ten waere Gerrit Tonis Brantsen schepen van Amerongen woonachtich jnde Ginckell, tegen ons niet gesijt en hadde dat het voorsz stuck goet bij hem, als hem well bekent sijnde aen het selve toe te hooren, bij het Gerecht niet aengehaelt seggende voorts tegen ons met deese woorden, Swijcht, ick sall swijgen denoterende daer mede sijn selven alle het welcke voorsz staet verclaren wij alsoo
waerachtich te sijn ende ten allen tijden des versocht sijnde met solemnelen Eede presenteren te stercken Actum jn Schepenseel den 24/14 December 1675 (Dorpsgerecht Amerongen 122; 24-12-1675).
In 1676 dient de rechtzaak tegen Gerrit Tonis Brantsen, won. Ginkel. Hij is inmiddels al geen schepen meer. Gerrit ontkent dat hij zo slecht gehandeld heeft (Dorpsgerecht Amerongen 122; 10-01-1676).
|