Aantekeningen |
- Over Cornelis van Hulstein en Rijkje van Roekel:
Hun eerste thuis was op de Bennekomse hei, waar ze zestien jaar lang pachter waren op een boerderij waar Dhr. Vreede eigenaar van was. In die tijd waren er veel hazen en konijnen in ons land en Cornelis jager. Het was niet toegestaan op andermans land te jagen, maar soms was de verleiding te groot. Cornelis schoot dan vanuit zijn raam en Rijkje moest dan de buit gaan zoeken. Op een bepaalde dag was de kat van de familie het haasje. De volgende dag stond de veldwachter op de stoep, omdat Cornelis toch wel een mooie haas had geschoten. Rijkje ging vaak op bezoek bij twee rijke oude dames, die haar een prachtige mantel gaven. Maar in die dagen werd met dure kleding heel zuinig omgesprongen, dus de mantel werd alleen gedragen bij bijzondere gelegenheden. Daarom werd de mantel op een gegeven moment verkocht en kreeg ze van de twee dames voordat ze naar Amerika ging een psalmboek. In april 1871 vertrok het echtpaar met de 4 kindeen naar Amerika en kwamen in Pella, Iowa terecht. Ze woonden eerst in de stad en besloten toen om naar een boerderij in de omgeving van Pella te verhuizen. Hier werd dochter Cornelia geboren, zij was de enige die in Amerika het levenslicht zag. De rest kwam van over de oceaan. Hoewel de familie het in Pella zeer goed naar hun zin had, werd er toch besloten om ergens anders hun heil te zoeken. De keus viel op Sioux County, waar de grond toch vruchtbaarder scheen te zijn. In mei 1878 vertrok Cornelis samen met Jan Thomassen met de wagen naar hun andere woonplaats. Cornelis verloor tijdens deze reis een vinger, omdat de teugels van de paarden achter de wagen, om zijn vingers gewonden zaten. De paarden sloegen op hol, met alle gevolgen van dien. In juni ging ook de oudste zoon Willem naar Sioux County om zijn vader te helpen. Het was een lange reis, de wegen zeer smal en slecht begaanbaar, maar hij bereikte veilig zijn eindbestemming. Er brak een periode van hard werken aan, om van de prairie een thuis te maken. In februari 1879 vertrok de familie uit Pella, om zich definitief in Sioux Center te vestigen. Cornelis, Rijkje en hun twee dochters vertrokken per trein, maar de jongens Willem, Gerrit en Steven gingen met de wagen.
Hun reis was zeer avontuurlijk. Ze overwonnen verschillende moelijkheden. Ze sliepen meestal in de wagen, maar de enige nacht dat ze in een hotel sliepen, vloog dit in brand. Gelukkig liep het voor de jongens met een sisser af. Na een reis die vele dagen duurde, bereikten ze tenslotte Sioux Center. De familie woonde voor drie jaar in de "Old Town" van Sioux Center, waar ze een boerderij hadden.In die tijd dat ze daar woonden, werd er een smederij en een winkel geopend. Ook werd er een kerk gebouwd. In 1879, het eerste jaar van hun nieuwe avontuur, was de oogst zeer slecht. Sprinkhanen vernielden de oogst en ook een fikse hagelbui deed geen goed aan het graan. Verschillende mensen vertrokken weer naar andere delen van Amerika. In 1880 brak er een epidemie van difterie uit en de ziekte sloop vele huizen binnen. Ook bij de familie Hulstein, zij verloren hun dochter Johanna op dertienjarige leeftijd, op 13 september. De winter van 1880-1881 kwam en deze was erg extreem. Er viel sneeuw, huizenhoog. Het was héél erg koud. Het hooi, koren en stro werd gebruikt als brandstof om te overleven. Na drie jaren ontberingen vertrok de familie een halve mijl naar het noorden, waar ze bleven tot hun zoon Steven in 1889 de boerderij van zijn vader overnam. Cornelis en Rijkje verhuisden naar North Sioux Center, waar ze het geluk hadden, met hun kinderen en kleinkinderen hun 50 jarig huwelijksfeest te kunnen vieren. Dit was op 11 november 1906. Rijkje kwam te overlijden op 4 januari 1911 en Cornelis volgde haar op 15 september 1918. Ze hadden toen al meer dan veertig kleinkinderen en over de honderd achterkleinkinderen. Ze hadden hun beproevingen en teleurstellingen, hun vreugden en zorgen. Deze twee mensen zorgden ervoor dat er heden ten dagen nog een groot aantal mensen in Amerika wonen, die de naam Hulstein dragen.
|