| Aantekeningen |
- Bij de foto:
V.l.n.r. Wim, Jan (vader) en Gerrit Zeilstra. Jan was exploitant van het overzetveer bij de Galgmolen.
Uit De Viersprong nr. 109:
(vervolg van Jan van Vliet)
Jan Zeilstra huurde het veer en het veerhuis van zijn zwager voor zeven gulden in de week. Een groot deel van de dag bediende zijn vrouw Geertje het veer. Zelf bleef hij daggelder in de Ridderbuurt. Om drie uur 's morgens was hij de eerste die werd overgezet. Om half vier kwam de eerste klant, Wijfje uit Korteraar, die naar de overkant ging om te melken, daarna volgde een ploeg heiers. Vaste prik, iedere dag hetzelfde. Het tarief was drie cent voor eer. voetganger. Had men een fiets bij zich. dan kwamen er twee centen bij. Een weekkaart kostte 35 cent. Gemiddeld werden per dag vijftien tot twintig personen overgezet. Dat leverde per week nog niet eens vijf gU-Jen op. Om acht uur 's avonds ging moeder Geertje naar bed; haar kinderen, twee jongens en drie meisjes, vervingen haar tot tien uur; dan werd de bel binnengehaald, ten teken dat het veer was gesloten.
De vcorkunt van het veerhuis was de woning van de veerman. In het achterste deel had de familie Zeilstra een eenvoudig café. Er werd een borrel geschonken en je kon er terecht voor tabaksartikelen en een reep chocola. Achter het café lag een steiger; daar legde de 'Volharding' aan, de lijndienst die personen van Amsterdam naar Leiden vervoerde en omgekeerd. Passagiers hadden zo gelegenheid om een hartversterking tot zich te nemen.
In de tijd van de zeilvaart was 'scherp aan de wind' varen met een grootzeil niet mogelijk. Men kon alleen maar zeilen bij gunstige wind. Bij tegenwind moest de schuit worden getrokken. Schippers die het konden betalen, huurden een paard met een jager. Armlastige schippers moesten zelf trekken. Soms liepen hele gezinnen in het zeel (draagriem).
Wanneer het kanaal 's winters was dichtgevroren, werd een bijt in het ijs gehakt. Als het donker werd, zette men als waarschuwing een rode lamp neer. Toch kon niet worden voorkomen dat kort na de Tweede Wereldoorlog Jan van Wijk, in Aarlanderveen beter bekend als Jan Mille, bijna in het ijskoude water verdronk. Hij was in Alphen naar een avondvoorstelling geweest van de film over de slag bij Arnhem en na afloop naar het kanaal gefietst, aannemende dat het ijs sterk genoeg was om over te steken. Dat was echter niet het geval, dus ging het mis. Toen hij probeerde uit het wak te klimmen, zag hij dat achter hem ook Sien Oosterman lag te spartelen. Als door een wonder hebben beiden het er goed vanaf gebracht. Minder gelukkig liep het tijdensde bezettingstijd af met een groep Duitse soldaten die over de West-kanaalweg aan kwam marcheren. Het was een grote groep, misschien wel honderd man. Ze verlangden overtocht. Wim Zeilstra, zoon van Jan, zette zich aan de riemen, maar dat bleek niet de bedoeling. Een Duitser die van Gouwsluis was komen fietsen, zou zijn kameraden zelf wel overzetten. Er gingen zestien soldaten aan boord en hoewel Wim riep dat meer dan zes niet verantwoord was, trokken ze zich daar niets van aan. In het midden van het kanaal kapseisde het bootje en alle Duitsers vielen met volle bepakking in het water. Niet iedereen kon zwemmen. Toen de soldaten op de kant stonden uit te druipen, ontbraken er twee. Met een geleende schuit van Van Vliet en een pikhaak lukte het Wim de drenkelingen boven water te halen. In een dodelijke omarming hielden ze elkaar in de houdgreep.
In diezelfde tijd lag er een schip met zand gemeerd aan de steiger naast het veer. Een overvliegend Engels vliegtuig ging er waarschijnlijk vanuit dat het hier een strategische lading betrof en beschoot het schip. Ook het veerhuis werd onder vuur genomen. De bewoners verscholen zich achter de hooiberg van Van Vliet om uit het zicht van het vliegtuig te blijven. Van het veerhuis bleef geen ruit heel. In de linnenkast ging een kogel dwars door een stapel linnengoed en bij Van den Burg aan de westzijde van het Aarkanaal lagen tien koeien dood in het land.
In 1958 waren de kinderen Zeilstra allen het huis uit. Vader Jan was overleden, maar moeder bediende nog steeds het veer. Op aandringen van de kinderen is zij verhuisd en daarmee kwam een einde aan het voetveer bij de Machineweg.
Uit De Viersprong nr. 110:
De Viersprong nr. 109, november 2011 'Voetveren in Aarlanderveen'
Jan Zeilstra, kleinzoon van veerman Jan Zeilstra, meldt dat zijn opa in 1958 is verhuisd naar de Julianastraat in Alphen aan den Rijn. Later woonde hij in bejaardencentrum "Rijnzate". In 1975 is hij overleden. De persoon op afbeelding 8 is niet Geertje, maar haar schoondochter Brecht, de moeder van (kleinzoon) Jan.
Op hetzelfde artikel reageert Menno van Doorn. Het artikel meldt dat Jan Zeilstra was gehuwd met Geertje van Neck. Haar naam is echter onjuist gespeld en moet zijn Geertje van Eek.
|