Vrouwe Groenevelts Liefdegesticht in Rotterdam

Het Vrouwe Groenevelts Liefdegesticht is een hofje aan de Vijverhofstraat in de Agniesebuurt in Rotterdam. In 1994 verscheen een boek hierover van de hand van Joris Boddaert. Onderstaand verhaal is grotendeels op dat boekje gebaseerd.

De Vrouwe Groenevelt waarnaar de naam van het Liefdegesticht verwijst is Geertruij Groenevelt, geboren in 1739 in Rotterdam, dochter van Petrus Groeneveldt en Cornelia de Haan. Ze is de enige (bekende) dochter van dit echtpaar. Ze is opgegroeid rond de Kaasmarkt in Rotterdam, maar verder is over haar jeugd niets bekend.

In 1773, op 34-jarige leeftijd, trouwt Geertruy met Maarten van Donk, een welgestelde weduwnaar, zonder kinderen. Hoe oud Maarten toen was, is niet bekend. Waarschijnlijk was hij ouder dan Geertruy, want hij was al in 1750 notaris geworden in Kralingen. Slechts 18 dagen na het huwelijk laten zij een testament maken, waarin Geertruy tot universele erfgename van Maarten wordt benoemd. Of dit berekening was van Geertruy weten we niet, maar later zal blijken, dat dit voor Geertruy een zeer profijtelijke actie was. En minder dan twee jaar na het huwelijk overlijdt Maarten.

Geertruy Groeneveld (1739 – 1808)

In 1777 hertrouwt Geertruy met mr. Arent van de Velde, geboren en wonende aan de Rotte. Ook dit huwelijk wordt beëindigd door de dood van de echtgenoot in 1790. En in 1798 trouwt Geertruy voor de derde maal namelijk met Hendrikus Moens, president-commissaris van het Zeegerecht. Nog eens 10 jaar, in 1808,  later overlijdt Geertruy. Haar drie huwelijken bleven kinderloos.

In 1797, een jaar vóór haar derde huwelijk, laat Geertruy bij de Rotterdamse notaris Justus van der Mey een uitgebreid testament opmaken. De belangrijkste bepaling luidde dat 6.000 Engelse ponden, die tegen 3% annuïteit op de Engelse bank uitstonden, zouden worden aan­gewend voor pieuse of nuttige gebruiken, waarmee zij, zoals weldra bleek, een stichting voor bejaar­de, ongehuwde vrouwen bedoelde.

Niet veel later maakte Geertruy met de notaris een reglement voor die stichting en wees vier regen­ten aan, waaronder haar toekomstige echtgenoot Henricus Moens. De basis van het huidige Liefdegesticht werd – achteraf gezien – gelegd door Maarten van Donk die ergens in de 18e eeuw Engelse fondsen had gekocht en die aan zijn vrouw had vermaakt.

Geertruy stelde ook al het aantal woningen en de inrichting van haar Liefdegesticht vast en liet tevens bepalen dat de toekomstige bewoonsters van onbesproken gedrag moesten zijn.

Het zou tot 1814 duren voordat het testament van Geertruy Groenevelt zou wor­den uitgevoerd. Het overlijden van Henricus, een jaar na Geertruy, zal daar mede debet aan zijn geweest. Het eerste hofje werd gesticht op het terrein van de bleekerijen het Oud-Lammetje in ’t Groen, de Eendracht of Witte leeuw en de Turfjes, aan de Oostsingel. Voor

De plek van het eerste hofje aan de Oostsingel.

24.000 gulden werd door de timmerman Samuel Dunlop een prachtig hofje gebouwd.

Het is niet bekend hoe dit hofje er uitzag. Er zou een vijver met goudvissen geweest zijn. In november 1828 zou een bewoonster – nog wel op haar 78ste verjaardag – in de vijver zijn gevallen en verdronken. Daarop is de vijver gedempt.

Over hoe het verder met het hofje en haar 16 bewoonsters ging, is ook weer niet veel bekend. Het zou kunnen dat de regenten meer oog hadden voor het geld en minder voor het hofje. Feit is dat het vermogen van de stichting in 1851 was gegroeid tot 73.000 gulden.

Gesticht Groenevelt aan de Weenastraat.

In 1863 wordt het hofje onteigend vanwege uitbreiding van de binnenstad. De gemeente betaalt er 47.682 gulden voor.

Voor ruim 19.000 gulden wordt een terrein gekocht aan de Weenastraat. Daar bouwt architecht H. Weymans Ligtenberg een nieuw hofje. In 1865 wordt dit door 17 dames en een opzichteres betrokken. De huisjes waren in een witte baksteen opgetrokken en volgens enkele vage getuigenissen moet de sfeer er ‘werkelijk prachtig’ zijn geweest.

Ook dit hofje is geen lang leven beschoren. Eind 1900 wordt afstand gedaan van het hofje aan de Zuid-Hollandsche Electrische Spoorwegmaatschappij voor de aanleg van de Hofpleinlijn. De stichting krijgt er een terrein van 1900 vierkante meter aan de Vijverhofstraat voor terug plus 50.000 gulden. Architect Barend Hooijkaas jr. ontwerpt het nieuwe complex dat voor bijna 88.000 gulden wordt gerealiseerd door aannemer J.J. Gort, inclusief een negental omliggende woningen.

In 1902 betrekken 16 bewoonsters dit nieuwe hofje.

In 1914 werd door de bewoonsters de volgende advertentie geplaatst:

DANKBETUIGING

De gezamenlijke bewoneressen van

Vrouwe Groenevelt’s Liefdegesticht

Vijverhofstraat 69 betuigen haren

hartelijken dank aan Heeren Regen-

ten en Dames Regentessen voor den

schoonen feestdag, haar op 1 Mei j.l.

bereid, en voor het geschenk onder

couvert, haar bij die gelegenheid

vereerd.

En opnieuw verdwijnt het reilen en zeilen van dit hofje en haar bewoonsters in de duisternis van de geschiedenis. Totdat in de jaren 50 van de vorige eeuw blijkt dat de inrichting van de huisjes niet meer voldoet aan de eisen van die tijd. Bij wisseling van bewoning wordt dit mondjesmaat aangepakt.

Tot op de dag van vandaag bestaat dit hofje. Het ligt naast het viaduct van de alweer ontmantelde Hofpleinlijn. Meer dan 200 jaar nadat het eerste hofje is gesticht.