Blankart van Voorthusen

Mannelijk ca. 1290 - Ja, datum echter onbekend



  • Naam Blankart van Voorthusen 
    Geboorte ca. 1290 
    Geslacht Mannelijk 
    Recordnummer 227445 
    Overlijden Ja, datum echter onbekend 
    Aantekeningen 
    • Waarschijnlijk geboren te Elten.

      Blankart is in 1325 de vroegst vermelde persoon op de West-Veluwe met de familienaam Van Voorthuisen, te Drempt bij Doesburg wordt in 1252 reeds Bernhardus van Vorthusen vermeld en in 1310 te 's-Heerenberg de gebroeders Mathias en Noijde Scakenszonen van Vorthusen.

      Of Blankert de zoon is van één van hen en zo ja, van wie, is vooralsnog onduidelijk. De namen van Blankert's kinderen geven daarover geen duidelijkheid. De namen Mathias en Noijde komen niet terug bij zijn kinderen. Wel Bernhard, maar als Baerent (ook als Berend en Bernt) en pas als zevende zoon.


      Blankart bestaat uit twee germaanse woorden, namelijk blank wat betekent "de witte, de blonde, de blanke, de glanzende" en hard wat sterk en stevig betekent. De naam betekent dus: de sterke blonde enz.

      Van Voerthusen werd uitgesproken als "Van Voorthusen", oe is dus dubbel oo. In het West-Veluws dialect is de uitspraak nog steeds hetzelfde.

      Blankart van Voerthusen wordt genoemd onder "die ander Heren luden" (dus niet van de Graaf de latere Hertog van Gelre) maar onder abbatisse Altinensi, de twaalfde abdes van Hoog-Elten, genaamd Mabilia Jonkvrouwe van Batenburg, 1308-22 december 1333. Het klooster Sint Vitus van Hoog-Elten had alleen al op de Veluwe 65 goederen of boerderijen, o.a. te Appel in de kerspel Voorthuijsen. Deze werden beheerd door het rentmeestershuis dat vervestigd was te Kemna ook Kemmenade vlakbij Nijkerk. Deze goederen werden door de Veluwse bevolking "Vrouwengoederen" genoemd omdat het Sint Vitus een klooster was uitsluitend voor hoogadelijke dames. In de zelfde schatting komt onder "des greven lude" voor ene Blankert met zijn zoon Alart wonend "bi Jonghe Gade van Essen".

      Blankart woont in de cloeft van Gherderen, cloeftleider is Neuden van der Biesen, cloeft Garderen is ongeveer de tegenwoordige gemeente Barneveld. Blankert was waarschijnlijk "dienstman" (ministrialis nostrum) van de Abdij van Hoog-Elten in de kerspel Voorthuizen, van zijn zoon Arnt is dat zeker. Zie voor de geschiedenis van Elten en het Goed Voorthuijsen bij Elten, "Elten, Land und Leute", door Leo Gies bij Boss-Druck und Verlag te Kleef, 1951 en zie voor dienstmans- en ridderschap het door Jonkvrouwe Dr. Johanna van Winter geschreven "Ridderschap" in de Fibula van Dishoeckserie.

      Blankart woonde te Appel, vlakbij de kerk van Voorthuizen, hij betaalt IIII ponden, dit is een van de hoogste belastingtarieven, de gemiddelde aanslag is I pond, 8 schellingen en 2 grooten. De ambtenaren van de Hertog waren blijkbaar nogal streng voor lieden die niet tot zijn onderdanen behoorden, want in eerste instantie was de aanslag VI pond. Maar uiteindelijk komt Blankart er met genoemde 4 pond vanaf. Vrancke van Estvelde betaalt als enige VII ponden.

      Blankert heeft blijkbaar niet alleen het tijnsgoed "Blankertsgoed" in leen maar hij is ook eigenaar van een moelestat, waarschijnlijk van de eerste molen te Voorthuizen, bij zijn nazaten komt deze moelestatt steeds weer ter sprake.

      Het moge duidelijk zijn dat de genealogie van Blanckert in de eerste generaties zeer hypothetisch is, het is buitengewoon moeilijk om ieder op de juiste plaats te vermelden.

      Het goed waarop Blankert woonde duikt op in een charter, die zich bevindt in het archief van het Hof van Gelre te Arnhem. Volgens de tekst beleend de abdis van Hoog-Elten ene Evert Morren met de helft van het "Blanckertsgoed" onder Voorthuijsen onder afgoeding van Everts broeder Rijck Morren en toekenning van een lijftocht aan Everts huisvrouw Meyntgen Pelen, 3 Juni en 23 December 1631. Het zijn 2 losse stukken maar deze zijn oorspronkelijk gehecht geweest.

      Ook veel gegevens over het goed en zijn bewoners in het archief van de boerderij de "Munt" onder Kootwijkerbroek.

      Het Blankertsgoed is heden ten dagen (A.D. 2000) gelegen aan de Kerkstraat 72/74 te Voorthuizen en bewoond door de familie Van Galen, veehouders.

      Het is wonderlijk dat Blankert zoveel volwassen kinderen heeft gehad want in 1348 heerste er in Europa een vreselijke pestepidemie, die de bevolking decimeerde.
    Persoon-ID I227445  groeneveld
    Laatst gewijzigd op 25 okt 2015 

    Kinderen 
     1. Arnt van Voorthusen,   geb. ca. 1312   ovl. Ja, datum echter onbekend
     2. Coep van Voorthusen,   geb. ca. 1314   ovl. Ja, datum echter onbekend
     3. Alart van Voorthusen,   geb. ca. 1318   ovl. Ja, datum echter onbekend
     4. Wolff van Voorthusen,   geb. ca. 1320   ovl. Ja, datum echter onbekend
     5. Henrick van Voorthuse,   geb. ca. 1327   ovl. Ja, datum echter onbekend
     6. Aleijdt van Voorthusen,   geb. ca. 1328   ovl. Ja, datum echter onbekend
     7. Abell van Voorthusen,   geb. ca. 1333   ovl. Ja, datum echter onbekend
     8. Baerent van Voorthusen,   geb. ca. 1335   ovl. Ja, datum echter onbekend
    Gezins-ID F1445774150  Gezinsblad  |  Familiekaart