Aantekeningen |
- Stads-en Arrondissements-Nieuws" uit de "NIEUWE TIELSCHE COURANT" van woensdag 11 maart 1891:
"Tiel, 10 maart. De hevige, bij tussenpoozen in stormvlagen overgaande wind in den afgelopen nacht heeft, omstraaks half twaalf uren, een noodlottige gebeurtenis veroorzaakt op het veer van hier naar Wamel.
De brigadier der Rijksveldwacht C.A. TIEMAN, eerst sedert kort van Ruurlo naar Wamel verplaatst, had zijn zoon naar den laatsten trein gebracht en bevond zich, huiswaarts keerende, met den veerknecht op de pont ruim halverwege de rivier, toen aan deze zijde geluid werd. Zij besloten naar den Tielschen oever terug te keren, volbrachten dat voornemen, namen hier nog een passagier op, den metselaar Joh. van LENT, van Wamel, en gierden toen met hun drieen over. Aan gene zijde springt de veerknecht, als naar gewoonte met den ketting in de hand, van de neergelaten brug, om de pont vast te leggen, of, zoals men het noemt, aan te pikken. De woeste windvlagen schijnen in dat oogenblik het vaartuig te hebben teruggedreven, althans tweemaal mislukt het vastleggen, en hoewel de veerknecht alle krachten inspant, wind en stroom zijn hem te machtig en hij moet loslaten, wil hij niet in de rivier gesleept worden. Ten speelbal aan het onstuimige water, voortgeduwd door de stormvlagen, drijft het vaartuig met de twee passagiers van den oever weg, komt daar de zwaarden enz. nu juist een verkeerden stand hebben, dwars in den stroom te liggen, schept water en zinkt in weinige oogenblikken. Van LENT heeft de tegewoordigheid van geest, in een der ijzeren kolommen te klimmen en redt zoo zijn leven, doch TIEMAN verdwijnt in de diepte. Met een roeiboot werd v. L. wiens hulpgeroep gehoord was, na eenigen tijd uit zijn benarden toestand boven in de kolom van de gezonken pont, verlost. Het lijk van den ongelukkigen TIEMAN heeft men nog niet gevonden.".
|