Nicolaas Louis

Mannelijk 1845 - 1907  (62 jaar)



  • Naam Nicolaas Louis 
    Geboorte 22 mei 1845  Maastricht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    • Regionaal Historisch Centrum Limburg:

      Kind
      Nicolaas Louis
      Geslacht
      Man
      Vader
      Jan Lodewijk Louis
      Moeder
      Suzanna Leenkens

      Gebeurtenis
      Geboorte
      Datum
      22-05-1845
      Gebeurtenisplaats
      Maastricht
      Documenttype
      BS Geboorte
      Erfgoedinstelling
      Regionaal Historisch Centrum Limburg
      Plaats instelling
      Maastricht
      Collectiegebied
      Limburg
      Archief
      12.059
      Registratienummer
      36
      Aktenummer
      334
      Registratiedatum
      23-05-1845
      Akteplaats
      Maastricht
      Collectie
      Burgerlijke Stand in Limburg: Maastricht
      Boek
      Burgerlijke Stand in Limburg: Maastricht
    Geslacht Mannelijk 
    Beroep glasslijper 
    • bij Petrus Regout & Co te Maastricht en bij de Glasfabriek in Leerdam
    Recordnummer 408787 
    Overlijden 19 jun 1907  Leerdam Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    • Nationaal Archief:

      Overledene
      Nicolaas Louis
      Geslacht
      Man
      Leeftijd
      62
      Vader
      Jan Lodewijk Louis
      Moeder
      Susanna Leenkens
      Partner
      Helena Godding

      Gebeurtenis
      Overlijden
      Datum
      19-06-1907
      Gebeurtenisplaats
      Leerdam
      Documenttype
      BS Overlijden
      Erfgoedinstelling
      Nationaal Archief
      Plaats instelling
      Den Haag
      Collectiegebied
      Zuid-Holland
      Aktenummer
      61
      Registratiedatum
      19-06-1907
      Akteplaats
      Leerdam
      Aktesoort
      Overlijdensakte
    Aantekeningen 
    • Uit: Gens Nostra, Tijdschrift voor familiegeschiedenis
      jaargang 75, nummer 4
      juli / augustus 2020

      Een Maastrichts glasslijpersgezin in de negentiende eeuw
      Janny Louis en Tom Bezemer

      Louis... de familie is intussen zo gesetteld in de provincies boven de grote rivieren dat de huidige naamdragers nauwelijks beseffen dat hun wortels in het zuidelijke Maastricht liggen. Krejje Dörrep, de plek in Maastricht waar de familie een aantal jaren woonde, is een naam die ze niet meer op een voor de Maastrichtenaar aanvaardbare manier uit kunnen spreken.

      Het Limburgs en de zachte klanken van die taal hebben plaatsgemaakt voor de scherpe medeklinkers van wat we - nogal elitair - Algemeen Beschaafd Nederlands noemen. Voor het verhaal dat elk mens met zich meedraagt, maken die verschillen echter niet uit. Dat kan in elke taal verteld worden. Dit verhaal begint op een voorjaarsdag in 1845.

      Gisteren ten negen ure des voormiddags
      Maastricht, 1845. Op vrijdag 23 mei wandelt Jan Lodewijk Louis de korte afstand van zijn huis aan de Raamstraat naar het Stadhuis op de Markt. De dag ervoor hebben zijn vrouw Suzanna Leenkens en hij ten negen ure des voormiddogs hun vierde kind gekregen en dat gaat hij nu aangeven. De akte ondertekenen kan hij niet; hij moet er maar op vertrouwen dat de ambtenaar de naam Nicolaas goed gespeld heeft.
      In het gezin worden uiteindelijk zes kinderen geboren van wie er drie jong overlijden. Kort na Nieuwjaarsdag 1849 overlijdt hij. Moeder Suzanna blijft achter met twee dochters van elf en zes jaar, Nicolaas van drie en het dan nog ongeboren kind: Maria Catharina ziet twee maanden later het levenslicht. De kleine Nicolaas zal nauwelijks herinneringen aan zijn vader hebben gehad. De summiere gegevens die we met betrekking tot de eerste levensjaren van Nicolaas hebben, roepen zeker niet het beeld op van een zorgeloze jeugd. Vlak voor zijn zevende verjaardag - in het voorjaar van 1852 - hertrouwt zijn moeder met de vijfendertigjarige weduwnaar Leonard Konsten. Die brengt zijn zoon Jan mee, bijna net zo oud als Nicolaas. Drie dochters en twee zonen telt het nieuwe gezin aan de Raamstraat nu. Stiefvader Leonard is dagloner en Suzanna verdient als breidster mee. Opmerkelijk is dat Nicolaas rond 1855 nadrukkelijk als schoolleerling vermeld staat in het bevolkingsregister. Dat geldt niet voor stiefbroer en leeftijdgenoot Jan. Die is in dezelfde periode daglooner en kennelijk al heel jong in de fabriek terecht gekomen. Werk door kinderen jonger dan twaalf jaar wordt pas in de jaren zeventig verboden. Zeer waarschijnlijk bezoekt Nicolaas dus tussen circa 1851 en 1857 de lagere school. Maastricht heeft een stadsarmenschool en enkele katholieke scholen waar in die jaren circa 3000 leerlingen gebruik van maken. Vragen blijven er intussen genoeg. Hoe heeft hij als jongen van negen de dood van zijn vier jaar jongere zusje Maria Catharina verwerkt? Hoe heeft hij ervaren dat zijn moeder en pleegvader Leonard nog twee dochters krijgen? En hoe kijkt hij als puber naar zijn acht jaar oudere zus Elisabeth die in verwachting is en pas een jaar na de geboorte van haar kind trouwt met de vader? We kunnen er slechts naar gissen.
      Op 1 juli 1857 komt er een einde aan de schooltijd van Nicolaas en begint hij als twaalfjarige te werken in de fabrieken van Petrus Regout. Hij zal dat zonder onderbreking bijna veertig jaar volhouden. In 1864 vindt de inschrijving plaats in het lotingsregister van de Nationale Militie onder nummer 113. Hij wordt echter meteen 'uit hoofde van te zijn eenige wettige zoon van de dienst vrijgesteld'. En dan is er het moment waarop hij met meer dan gewone belangstelling kijkt naar dat meisje met die mooie naam Helena...

      Voorgisteren ten tien ure 's avonds
      Maastricht, 1847. Op donderdag 17 juni zet Willem Godding een fraaie handtekening onder zijn huwelijksakte. Hij is 21 jaar en als platteelbacker kan hij in zijn eigen onderhoud voorzien. Zijn zeven jaar oudere bruid Joanna Wesche verklaart niet te kunnen schrijven en heeft haar neef Johannes van Rijsselt, die zijn handtekening wel kan zetten, als getuige meegenomen. In hun woning aan 't Grachtje wordt ruim vier maanden na de huwelijksdag, op zondag 31 oktober om tien uur 's avonds een dochter geboren. Twee dagen later gaat Willem naar het gemeentehuis om de ambtenaar te melden dat zijn dochter Helena zal heten. Wellicht vernoemd naar zijn acht jaar jongere zusje. De acte kan hjj echter niet ondertekenen: hij verklaart niet te kunnen schrijven. Wat is er in die vier maanden tussen de fraaie handtekening en dit moment gebeurd? Een ongeluk? Zijn hand verbrand bij de oven in de porseleinfabriek? De zomer van 1849 brengt veel verdriet in het jonge gezin. Op zaterdag 28 juli overlijdt Willems moeder, Anna Catharina Ploumen. Twee dagen later overlijdt hij zelf. Hij laat een dertigjarige weduwe achter met een peuter van twee jaar. Wat kan Joanna anders dan werken nu de inkomsten uit de porseleinfabriek weggevallen zijn. Ze blijft aan 't Grachtje wonen en neemt haar schoonzusje, de elfjarige Petronella Godding in huis. Mogelijk uit zorg voor het zusje van haar man dat binnen twee dagen haar broer en haar moeder heeft verloren. Maar wellicht zijn er ook praktische overwegingen: Joanna is werkster en met Petronella heeft ze iemand in huis om op de kleine Helena te passen. De kans dat die in de jaren vijftig naar school gaat is redelijk groot. Ze kan namelijk schrijven en tijdens deze periode wordt in het bevolkingsregister geen beroep van haar vermeld.
      In 1860 trouwt tante Petronella en dan zijn moeder Joanna en de intussen twaalfjarige Helena weer samen. Moeder werkt intussen als breidster, maar wat Helena op dat moment precies doet is onbekend. In deze periode staat ze in het bevolkingsregister als dagloonster. Van haar is pas op 16 juli 1874 (ze is dan al acht jaar met Nicolaas getrouwd) een eerste contract bij Petrus Regout & Co te vinden. Waar ze dus voor haar huwelijk dagloonster was blijft onduidelijk. Ze woont met haar moeder, die ongetrouwd blijft, o.m. in de Molenstraat en de Ruiterstraat, En dan is er het moment waarop ze beseft dat die jongen van Louis vaak naar haar kijkt en lacht; en ze zich realiseert dat ze dat wel prettig vindt...

      En hebben de contracterende partijen met ons getekend
      Kennen Nicolaas en Helena elkaar van school? Of van het werk in de fabriek van Regout? Of zowel van het een als van het ander? Wellicht komen ze samen tot de ontdekking dat ze allebei hun vader, die ze niet hebben gekend, in hetzelfde jaar 1849 hebben verloren. In ieder geval ontmoeten ze elkaar in het vroege voorjaar van 1866. Op dat moment twee nog jonge mensen van twintig en achttien jaar oud. De leef- en werkomstandigheden van hun tijd maken dat ze snel volwassen zijn, maar de wet ziet hen nog als minderjarig. Na enkele maanden vertellen ze hun moeders dat ze moeten trouwen... Overigens in de negentiende eeuw een niet zelden voorkomende reden om in het huwelijk te treden. Geld om de leges te betalen is er niet, maar het in dit soort gevallen gebruikelijke Attest van Onvermogen zorgt ervoor dat aan de huwelijksvoltrekking op het Maastrichtse stadhuis voor hen geen kosten zijn verbonden. Zo staan ze in augustus van dat jaar met hun moeders en getuigen ten Raodhuize te Moastricht. Begrijpen ze de ambtelijke taal van de akte die voorgelezen wordt? Contracterende partijen... zijn zij dat? Ze tekenen allebei bescheiden met hun achternaam. Vervolgens is er in november het verdriet van twee doodgeboren meisjes, een tweeling naamloos als NN ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Het lijkt zeer waarschijnlijk dat Nicolaas en Helena deze gebeurtenis niet weggestopt hebben, maar daar met hun kinderen over hebben gesproken. In ieder geval met dochter Anna Cornelia. Als gemeenteraadslid wijst zij in de vergadering van april 1928 op de wantoestanden in de glasfabriek in de negentiende eeuw en de hoge sterftecijfers bij zuigelingen. Ze verklaart zelf uit een gezin van twaalf kinderen te komen, waain naast de twee levenloos geboren meisjes nog drie kinderen binnen enkele maanden na de geboorte overlijden. Nicolaas en Helena wonen circa een jaar bij moeder en schoonmoeder Joanna Wesche, maar daarna volgt een lange reeks verhuizingen binnen het Boschstraatkwartier: de Stokstraat (1868), de Gubbelstraat (1869), de Boschsstraat (1869], de Varkensmarkt (1870), de Raamstraat (1871) en de Grachtstraat (1879). Het is - niet alleen in Maastricht - een veel voorkomend verschijnsel in deze tijd. Gezinsuitbreidjrg en de verdienste zijn bepalend voor wat je je als woonruimie kunt veroorloven. Intussen zijn er na elf jaar huwelijk in het gezin van Nicolaas en Helena na de doodgeboren tweeling zeven kinderen geboren van wie er echter nog drie overleden zijn; alle drie hebben ze slechts enkele maanden geleefd. Kindersterfte, er zijn in deze eeuw nauwelijks gezinnen die dat niet ervaren.

      Overdag kunnen ze slapen...
      De werk- en woonomstandigheden zijn verre van ideaal. Meer dan de helft van de bewoners van de wijk waar het gezin van Nicolaas woont, werkt in de fabrieken van Petrus Regout. Sinds 1874 is met de initiatiefwet van Van Houten arbeid door kinderen beneden twaalf jaar verboden.
      Formeel voldoet het bedrijf aan die wettelijke verplichting. Maar het lijkt wel of dat alles bij de directie van dit bedrijf nog niet is doorgedrongen. De parlementaire enquête naar de arbeidsomstandigheden in het Nederlandse bedrijfsleven schetst een - ook voor die tijd - onthutsend beeld van de arbeidsverhoudingen in Maastricht. Blijkens de verhoren heeft de familie Regout geen moeite met de mensonterende toestanden in het bedrijf. Op de conclusie van de enquêtevoorzitter dat jongens van 12 tot 13 jaar zes nachten in de week niet op hun bed komen reageert Petrus Regout: En overdag kunnen zij slapen. Op de vraag of dat niet schadelijk is voor de ontwikkeling zegt hij: Een jongen loopt, als het glas gereed is, ermee naar de oven. Dot is geen zwaar werk, een jongen doet dat spelende. De voorzitter suggereert vervolgens dat Regout kennelijk langdurige nachtarbeid door kinderen werk noemt dat spelenderwijs verricht wordt. Het simpele antwoord is: Ja!

      In zijn boek 'Een eeuw modern kapitalisme' schrijft Michael Ubachs met betrekking tot de broer van Petrus Regout: in zijn fabriek heerschte Louis Regout met onbegrensde macht. Een arbeider dien hij eens op bijzondere wijze wilde straffen, gelastte hij een steen, die uit een oven was gevallen, er weer in te zetten. De man wees er op, dat dit toch in zo'n hitte niet te doen was. 'Kan me niet donderen,' zeide Regout. 'Je zet dien steen erin' 'Maar meneer ik zou in dien oven dood kunnen blijven!' 'Kan me niet schelen.' herhaalde Regout 'Plaats je den steen of...! Je hebt te kiezen'. 'Ik zal het doen', zei de arbeider 'doch we zijn beiden katholiek. U zult me wel vergunnen, dat ik eerst ga biechten.' Toen liep hij weg. Regout was overtroefd...'. Het is hier niet de plek om uitgebreid in te gaan op de vele misstanden die via de enquête aan het licht komen, maar de citaten geven wel aan in welke omstandigheden Nicolaas en Helena hun werk moeten doen.

      Elitearbeider?
      Nicolaas ontwikkelt zich tot glasslijper en ook op Helena's personeelskaart wordt vermeld dat ze glasslijpster is. Ze werken dus op dezelfde afdeling. Volgens J. J. G. Luijten horen ze daarmee tot de elitearbeiders. Thijs van Vugt rekent de glasslijper, evenals de glasblazer, tot de geschoolde arbeider. Die konden wonen in Quartier-Amélie, een wijk met arbeiderswoningen, die Pierre Regout vanaf 1880o vlakbij de spoorbrug over de Maas laat bouw en vernoemt naar zijn vrouw. De buurt leverde een bijdrage aan de oplossing voor het grote tekort aan woningen. Maar binding van de arbeider was minstens zo belangrijk, zo niet belangrijker. Die was immers op deze manier zowel voor beloning als voor een woning afhankelijk van het bedrijf. In de volksmond stond Quartier-Amélie, dat in 1944 getroffen werd door een bombardement en na de oorlog niet meer is opgebouwd, bekend als het Krejje Dörrep. Krejje staat voor de sintels waarmee de straten verhard waren. De kleine fabriekswijk bestond uit tien parallel gebouwde huizenblokken zonder aparte straatnamen met in totaal 74 woningen. De bewoners beschikten over drie kamers, een keuken en een zolder, terwijl de achtertuin redelijk diep was (circa negen meter) en als moestuin kon dienen. Voor drinkwater konden de bewoners gebruik maken van een aantal waterputten. Over de huizen in Quartier-Amélie meldt inspecteur Meisenhofen tijdens de parlementaire enquête van 1887 dat ze 'regelmatig zijn ingericht en dat ze met twee kamers, een bovenkamer, een zolder en een afzonderlijk privaat zeer doelmatig zijn'. Enkele woningen waren wat ruimer. Rond 1882 verhuizen Nicolaas en Helena met hun gezin naar één van de woningen, waarschijnlijk is dat dan al nummer 14. In die nieuwe eengezinswoning wordt in september 1882 dochter Anna Cornelia geboren. Kennelijk is de woning zo nieuw dat de ambtenaar nog geen exact adres kan vermelden, want in de geboorteakte woont het gezin 'buiten de voormalige Boschpoort zonder nummer'. Maar in 1886 en 1888, bij de geboorteaangifte van dochter Pieternella en zoon Servatius schrijft de ambtenaar respectievelijk in hunne woning 'buiten de voormalige Boschpoort nummer veertien' en 'in hunne woning Quartier-Amélie nummer veertien'. De verschillende beschrijvingen lijken erop te wijzen dat het even duurde voor de benaming Quartier-Amélie gemeengoed was geworden. Overigens moeten we het begrip elitearbeider niet naar huidige maatstaven beoordelen. Dochter Anna Cornelia vertelt in 1928 tijdens de al eerder genoemde raadsvergadering dat haar moeder Helena in drukke tijden van 's morgens half zeven tot 's nachts twaalf uur in de fabriek moest werken. Haar kind lag in een mand naast haar en moest tijdens het werk in de fabriek verzorgd worden. Zeker geen elitaire behandeling... In de al eerder genoemde enquête verklaart Petrus Regout op een desbetreffende vraag, dat in zijn bedrijf geen bewaarplaats is voor kinderen. Zwangere en zogende vrouwen onderbreken meestal het werk voor enige tijd. Het feit dat Helena in totaal acht verschillende arbeidscontracten afsluit lijkt erop te wijzen dat ook zij met enige regelmaat thuis blijft. Overigens betekende dat natuurlijk ook dat de inkomsten wegvielen. Haar laatste contract eindigt op 28 februari 1888. Ruim een maand later, op 6 april, wordt jongste zoon Servatius geboren. Tijdens acht maanden zwangerschap heeft ze gewoon doorgewerkt... Eind jaren tachtig verhuist het gezin van nummer 14 naar nummer 59. Wellicht was dat één van de ruimere woningen; geen luxe met acht kinderen onder wie vier tieners... In 1891 verlaten ze echter Quartier-Amélie: ze gaan in de Boschstraat wonen en in 1894 volgt een verhuizing naar de Singelweg. Naar de redenen kunnen we slechts raden. Gezien zijn sympathie voor de socialistische vakbeweging is dit mogelijk een fase in Nicolaas' leven waarin hij de binding aan zijn werkgever losser wil maken.

      Mannen en jongelingen van den werkenden stand
      In 1871 wordt in Maastricht de Canisiuscongregatie opgericht voor mannen en jongelingen van den werkenden stand. Dit soort verenigingen waarin leken volgens bepaalde geloften en regels leefden, bestonden al sinds de zestiende eeuw. Meestal streng en uiterst gedisciplineerd geleid door een pater Jezuïet. Het initiatief voor de oprichting wordt genomen door enkele eenvoudige arbeiders: honderdveertig mannen en pater Van Meurs besluiten op donderdagavond 27 april tot de oprichting. De contributie zal 2 1/2 cent per week bedragen. Bij het lidmaatschap hoort een handboekje en een medaille die iedere vergadering gedragen dient te worden. De leden krijgen een vast nummer, dat wil zeggen een aan de persoon verbonden nummer dat niet meer op een ander kon overgaan. In het bewaard gebleven handboekje van de dan zesentwintigjarige Nicolaas Louis staat het nummer 71. Waarmee het bewijs geleverd lijkt te zijn dat hij er die avond bij is en tot de eerste leden behoort. Er heersen strenge regels en de sociale controle is niet gering. Er wordt bijgehouden wie de wekelijkse oefeningen en de Heilige Mis bijwonen. Bij binnenkomst moet het persoonsnummer op een bord geschreven worden.
      De directie doet huisbezoek en zelateurs (ijveraars) houden in de gaten of de leden hun lidmaatschap wel serieus nemen. Op een processiekaars staat in 1886 (het jaar waarin de glasblazers bij Regout staken...): De Congregatie van den Z. Petrus Canisius vraagt (...) voor den werkman in het algemeen: Tevredenheid met zijn staat. Eerbied voor zijn meerderen. Liefde voor den arbeid. Kracht en moed tegen de verleiding. Het is geen wonder dat Louis Regout de congregatie laat weten alleen nog congregatieleden aan te willen nemen in fabrieken... Waar vind je in een tijd van opkomend socialisme nog zulke ongevaarlijke werklieden? Werklieden die lid zijn van een vereniging die het 'wetenschappelijk socialisme ziet als de meest monsterachtige en gevaarlijke dwaling op godienstig gebied'. Moeten we achter het lidmaatschap van Nicolaas opportunisme zien? Hoe kom ik er in het bedrijf verder mee? Hij is nog jong in de jaren zeventig, pas zesentwintig. De vraag is of hij vijftien jaar later - in 1886 - nog achter de principes van de congregatie staat. In die jaren heeft hij veel ellende en onrechtvaardigheid gezien en groeit de sympathie voor 'die meest monsterachtige en gevaarlijke dwaling'.

      Een goede les...
      De korte staking van de glasblazers in 1886 zal hij als glasslijper op enige afstand gevolgd hebben. Met cynisch genoegen vertelt Petrus Regout in 1887 dat toen de stakers na enkele weken terug wilden komen 'we hen voor ons pleizier eene maand hebben laten wandelen'. Pas daarna worden ze weer aangenomen. Op de vraag van de kennelijk verbeisterde voorzitter van de enquêtecommissie of werknemers die een maand brodeloos zijn voor hem pleizier betekende, antwoordt Regout: 'Ja, dat was een goede les.' In de jaren negentig vindt in Maastricht de oprichting van De Vergelding plaats, de vakvereniging voor glasslijpers. Ze sluit zich aan bij het NA5, het Nationaal Arbeidssecretariaat, een links georiënteerde koepelorganisatie van Nederlandse vakbonden. Daarmee krijgt De Vergelding, hoewel officieel een neutrale vereniging al snel het stempel socialistisch opgedrukt. In die periode vinden vele stakingen plaats: betere arbeidsomstandigheden en hogere lonen zijn de inzet. Op 20 september 1895 leggen tachtig vrouwen in de aardewerkfabriek het uitzonderlijk zware werk neer. Een vergeefse actie want het gemiddelde dagloon van 86 cent wordt eerder verlaagd dan verhoogd.
      Op vrijdag 27 maart 1896 laat de directie van Petrus Regout & Co in de slijperij-afdeling de mededeling aanplakken een bewerking van het geslepen glas - de zogenaamd potée-passeering - die eerst wel betaald werd vanaf die datum niet meer vergoed zal worden. De reden: met een betere kwaliteit van het werk is die extra handeling niet nodig! De glasslijpers ontkennen dit heftig en er volgt een staking van 142 personeelsleden van de afdeling. Hoewel hij met een loon van gemiddeld circa f 2,50 tot de beter betaalden hoort, sluit ook Nicolaas zich bij de stakers aan. Het zal het begin zijn van een heftige en beslissende periode voor hem en zijn gezin. Enkele uren na het uitbreken van de staking worden alle bestuursleden van De Vergelding door Regout ontslagen. Als de stakers zich achter de bestuursleden scharen ontstaat er naast de looneisen een principieel nieuwe reden om te volharden in de werkonderbreking: het recht van vereniging geldt ook voor de arbeider, die aan zijn werkgever geen verantwoording schuldig is voor zijn denkwijze op maatschappelijk en politiek gebied. De staking trekt landelijk veel aandacht en overal worden inzamelingen gehouden om de stakers te hulp te komen. Nicolaas en Helena delen mee in de 800 gulden die half april wordt ingezameld. Maar hoe lang kun je rondkomen van f 5.50? Het NAS belooft financiële steun, evenals de Diamantbewerkersbond die een wekelijkse bijdrage toezegt.

      Mijn exploot doende ten zijnen woonhuize
      Op 21 mei staat deurwaarder M. E. Klijnen voor Nicolaas' woning aan de Singelweg. In ambtelijke taal wordt hem ontslag aangezegd, omdat 'tengevolge van het (...) vrijwillig verlaten van de fabriek (...) hij opgehouden heeft tot het personee! te behooren en alzo gehouden is de hem toebehorende gereedschappen te komen terugnemen'. Dat gereedschap moet hij binnen twee dagen in de fabriek aan de Boschstraat ophalen. Nicolaas krijgt een afschrift van het exploot; hij weet dat er geen weg terug is. Die dag gaat de deurwaarder eveneens langs bij elf collega's van Nïcolaas. Met dezelfde boodschap. Het ontslag van het twaalftal haalt de landelijke pers. Waarom krijgen alleen zij deze boodschap en niet alle stakers? Betekent dit dat zij vooraan stonden in hun solidariteit met het bestuur van De Vergelding? En dat Regout, hoe de staking ook af zou lopen, deze groep werknemers in elk geval niet meer terug wilde nemen?
      In het fabrieksbevolkingsregister van De Sphinx eindigt Nicolaas' contract op 30 maart 1896, de maandag na het begin van de staking. Als reden wordt aangetekend dat hij op die dag het werk gestaakt heeft. Opmerkelijk is de contract-beëindiging van dochter Elisabeth: op dezelfde dag, 30 maart, als haar vader. Behoorde ze bij de kleine groep vrouwen die staakte en was ze daarmee solidair met haar vader?
      Eind mei doet het bestuur van De Vergelding namens de stakers een poging om te onderhandelen. Maar het enige antwoord van de directie is op zaterdagavond 23 mei het ontslag van alle vrouwen en kinderen van de stakers! Daarmee wordt de leefsituatie voor veel gezinnen nog slechter Het is een wonder dat slechts zeven stakers de moed opgeven en het werk hervatten. Ze worden bij de fabriek in de Boschstraat uitgejouwd en kunnen slechts onder politiebegeleiding van en naar hun werk. De zomermaanden brengen geen enkele oplossing. De directie wil de looneisen wel inwilligen en de stakers weer in dienst nemen, maar met uitzondering van de zeven bestuursleden, wat onaanvaardbaar is voor de glasslijpers. Het NAS en de Diamantbewerkersbond doen met inzamelingen hun best de stakers te ondersteunen. Ook de bestuursleden van De Vergelding ontvangen giften voor hun leden. Maar juist daar gaat het mis. Ze zetten personen op hun lijst die geen ondersteuning ontvangen, zelfs een doode en bevoordelen zo zichzelf. Als dat bekend wordt keren veel stakers zich verbitterd en teleurgesteld van de vakvereniging af. In november verdwijnt de hoop op een goede afloop. De paters-missionarissen willen bemiddelen, maar Regout & Co schat de stakingsmoeheid goed in en weigert elke concessie. Woensdagmorgen 3 november besluiten de glasslijpers naar de fabriek te gaan om de lijst van werkwilligen te tekenen. Slechts een paar glasslijpers besluiten dat niet te doen.
      De wraak der Regouts was toomeloos. Een nooit geëvenaarde terreur brak los. Velen vluchtten uit de stad naar België, Duitschland en Holland. Veel stakers en sympathisanten worden ontslagen, Nicolaas heeft die boodschap al in mei gekregen. Dochter Anna Wijnandts-Louis verklaart in de al eerder genoemde raadsvergadering in 1928 dat ook haar vader het slachtoffer werd van de wraak der Regouts. De teleurstelling moet onvoorstelbaar groot geweest zijn: zeven maanden lang ben je onder de slechtst denkbare omstandigheden solidair met een bestuur dat zich geld toeëigent uit de stakingskas... Na ruim 38 dienstjaren staat Nicolaas op straat. Het gehoorzame en gezagsgetrouwe lid van de Canisiuscongregatie en de latere staker en sympathisant van de socialistische beweging... is er een grotere tegenstelling denkbaar. Hoe ze rond moeten komen blijft onduidelijk. Maar omdat ze niet meer in het Quartier-Amélie wonen blijft een woninguitzetting hen bespaard.

      Enkele reis Maastricht-Leerdam
      Van hun zeven kinderen die nog in leven zijn, zijn er op dat moment al drie getrouwd. Alleen Nicolaus, Anna Cornelia, Pieternella en Servatius zijn nog thuis, respectievelijk achttien, vijftien, elf en negen jaar. In juli 1897 heeft zoon Nicolaus het kennelijk wel gezien in Maastricht. Hij vertreki naar Leerdam waar voor een glasslijper ook werk te vinden is. Ruim een maand later koopt vader Nicolaas vier enkeitjes Maastricht-Leerdam: voor zijn vrouw Helena en de kinderen Anna Cornelia en Servatius. De getrouwde kinderen blijven in Maastricht achter, evenals de elfjarige Pieternella. Zij volgt pas in mei van het jaar daarop. Wellicht heeft ze haar school afgemaakt en even bij haar oudere broer of zussen gewoond. Van het zuidelijke Maastricht naar Holland... het moet een hele stap geweest zijn, een wereld van verandering. Van het rooms-katholieke Maastricht met zijn enorme kerkgebouwen naar het overwegend protestantse Leerdam waar in de Nieuwstraat een klein kerkgebouw voor de rooms-katholieke gemeenschap staat. Maar het is de vraag hoe trouw het gezin vanuit hun woning aan de Meent de diensten daar heeft bezocht. Nicolaas werkt tot zijn overlijden als glasslijper in de Glasfabriek Leerdam. De werkomstandigheden zijn mogelijk wat gunstiger dan in Maastricht. Het kon ook moeilijk slechter.
      In de bovengenoemde parlementaire enquête van 1887 komen ook de arbeidsomstandigheden in de Leerdamse glasfabrieken aan de orde. Ook daar, blijkt uit de verhoren, moeten jongens nog bij honderd graden in de koeloven kruipen. De geneeskundige dr. B. Carstens plaatst daar echter de opmerking bij dat in de witglasfabriek van Nieuwenhuizen en Mijnssen 'een toestel is aangebracht waardoor dit niet meer noodig is'. Hij voegt eraan toe dat de firma 'voor hare werklieden nog al veel doet. Zij hebben ook een ziekenfonds opgericht voor hunnen werklieden en ze verzekerd tegen invaliditeit'.
      In Leerdam krijgen glasblazers de gelegenheid om 's avonds na het werk zelf te experimenteren met glas; met gekleurd glas worden dierfiguurtjes geblazen. En door de glasmakers wordt veel gezongen. Als de wind gunstig was kon men hen aan de overkant van de Linge, in Heukelum horen zingen... Na alles wat Nicolaas en Helena in Maastricht hebben meegemaakt moet dat een vreemde ervaring geweest zijn. Op zaterdag 27 juni 1903 viert Leerdam feest ter gelegenheid van het vijfentwintigjarig bestaan van de Glasfabriek. 'Te 10 ure staakten alle werklieden hun werk teneinde thuis zich in feestgewaad te steken'. De gehele zaterdag vrij ging kennelijk toch te ver... Voor de jeugd worden 's middags volksfeesten georganiseerd: naast 'Mastklimmen en Driebeenwedloopen voor Mannen' vinden we onder meer 'Muilenloopen en Koekhappen voor Meisjes' op het programma. Er worden na afloop 86 prijzen uitgereikt waaronder veertien zilveren horloges. Nicolaas en Helena zien dat ook hun kinderen Servaas (Servatius) en Nel (Pieternella) bij de winnaars horen. De kranten berichten met lovende woorden over de zorg van de directie voor de arbeiders.
      De gedachten van Nicolaas zullen ongetwijfeld teruggegaan zijn naar de directie in Maastricht... Toch moet het voor Nicolaas een déja vu geweest zijn als in 1904 de glasblazers in Leerdam staken vanwege een loonsverlaging van 15 tot 18 procent. Een staking die uiteraard tot gevolg heeft dat ook andere beroepsgroepen binnen het bedrijf hun werk niet kunnen doen, de zogenaamde gedwongen stakers. De staking die drie maanden duurt, levert uiteindelijk niets op. En ook dat heeft Nicolaas eerder meegemaakt...
      Tussen 1901 en 1906 trouwen de kinderen Nicolaus. Anna Cornelia en Pieternella in Leerdam. Anna Cornelia keert in april 1907 met haar gezin terug naar Maastricht. Daar zet ze zich in voor de vrouwenbeweging en de SDAP later de PvdA voor welke partijen zij bijna dertig jaar in de Maastrichtse gemeenteraad actief is. Vanuit haar persoonlijke ervaringen is zij daar een warm pleitbezorgster voor de rechten van de vrouw en de arbeider. Vader Nicolaas, die trots zou zijn geweest op zijn dochter, maakt dit echter niet meer mee. Kort na haar vertrek overlijdt hij, op woensdag 19 juni 1907, 62 jaar oud. In januari 1908 verhuist Helena naar Maastricht. Toch heimwee? De keus tussen de kinderen in Maastricht en die in Leerdam moet moeilijk geweest zijn. In mei van dat jaar overlijdt ze op zestigjarige leeftijd. Voor de kinderen Nicolaus, Pieternella en Servatius is ook Leerdam geen eindstation. In de loop van de twintigste eeuw verhuizen ze naar Schiedam waar we hen, maar ook hun kinderen en kleinkinderen in de glasindustrie terugvinden. Maar dat is weer een ander verhaal...
    Persoon-ID I408787  groeneveld
    Laatst gewijzigd op 10 jul 2020 

    Vader Jean Louis Louis,   geb. 25 mrt 1811, Maastricht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 13 jan 1849, Maastricht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd 37 jaar) 
    Moeder Suzanna Leenkens,   geb. 14 jun 1816, Maastricht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 31 mei 1897, Maastricht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd 80 jaar) 
    Huwelijk 3 mrt 1836  Maastricht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Gezins-ID F1594300587  Gezinsblad  |  Familiekaart

    Gezin Helena Godding,   geb. 31 okt 1847, Maastricht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 21 mei 1908, Maastricht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd 60 jaar) 
    Huwelijk 22 aug 1866  Maastricht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Type: civil 
    • Regionaal Historisch Centrum Limburg:

      Bruidegom
      Nicolaas Louis
      Beroep
      glasslijper
      Geboorteplaats
      Maastricht
      Leeftijd
      21

      Bruid
      Helena Godding
      Beroep
      dagloonster
      Geboorteplaats
      Maastricht
      Leeftijd
      19

      Vader van de bruidegom
      Jan Lodewijk Louis
      Moeder van de bruidegom
      Suzanna Leenkens
      Beroep
      z

      Vader van de bruid
      Willem Godding
      Moeder van de bruid
      Joanna Wesche

      Gebeurtenis
      Huwelijk
      Datum
      22-08-1866
      Gebeurtenisplaats
      Maastricht
      Documenttype
      BS Huwelijk
      Erfgoedinstelling
      Regionaal Historisch Centrum Limburg
      Plaats instelling
      Maastricht
      Collectiegebied
      Limburg
      Archief
      12.059
      Registratienummer
      185
      Aktenummer
      166
      Registratiedatum
      22-08-1866
      Akteplaats
      Maastricht
      Collectie
      Burgerlijke Stand in Limburg: Maastricht
    Kinderen 
     1. Louis,   geb. 16 nov 1866, Maastricht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 16 nov 1866, Maastricht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd 0 jaar)
     2. Louis,   geb. 16 nov 1866, Maastricht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 16 nov 1866, Maastricht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd 0 jaar)
     3. Wijnandus Louis,   geb. 4 feb 1868, Maastricht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 17 jul 1868, Maastricht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd 0 jaar)
     4. Maria Joanna Hubertina Louis,   geb. 7 mrt 1870, Maastricht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 8 okt 1945, Maastricht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd 75 jaar)
     5. Gilles Hubertus Louis,   geb. 28 mei 1872, Maastricht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 28 dec 1872, Maastricht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd 0 jaar)
     6. Antoon Louis,   geb. 13 mrt 1874, Maastricht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 8 dec 1949, Maastricht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd 75 jaar)
     7. Elisabeth Louis,   geb. 15 nov 1875, Maastricht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 9 feb 1946, Maastricht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd 70 jaar)
     8. Guillaume Louis,   geb. 18 apr 1878, Maastricht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 26 dec 1878, Maastricht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd 0 jaar)
     9. Nicolaus Louis,   geb. 6 dec 1879, Maastricht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 9 okt 1938, Schiedam Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd 58 jaar)
     10. Anna Cornelia Louis,   geb. 15 sep 1882, Maastricht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 23 dec 1957, Maastricht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd 75 jaar)
     11. Pieternella Louis,   geb. 20 jan 1886, Maastricht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 2 okt 1958, Schiedam Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd 72 jaar)
     12. Servatius Louis,   geb. 6 apr 1888, Maastricht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 1 jun 1958, Schiedam Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd 70 jaar)
    Gezins-ID F1594300511  Gezinsblad  |  Familiekaart