Aantekeningen |
- Uit De Viersprong, nr. 118
(vervolg van vader Theodorus Klaverweiden)
De vestiging in Alphen
In 1887 bracht Petrus J.N. Klaverweiden bij de vennootschap een kaaspakhuis met houten loods in, gelegen ten oosten van het dorp Alphen (het adres was toen Gouwsluisseweg 66-68, later werd dit Prins Hendrikstraat nrs. 4 en 6), ter hoogte van molen De Eendracht op Gouwsluis. Dit kaaspakhuis werd in het kadaster aangeduid als een enkel pand, terwijl het er aan de buitenkant uitzag als twee tegen elkaar aan gelegen panden. In de notariële aktes werd dan ook over pakhuizen geschreven. Ze waren in 1878 in opdracht van Petrus gebouwd op een terrein van 16 are, 14 centiare. Deze pakhuizen werden gebruikt voor de opslag van kazen die bij boeren en handelaren in Zuid-Holland werden opgekocht. In Amsterdam had de firma onvoldoende ruimte voor de opslag ervan. Omstreeks 1900 ging Petrus zich in Amsterdam verdiepen in 'caseïne', het eiwitbestanddeel van melk. Hij kende waarschijnlijk de algemene toepassing als stabilisatiemiddel bij de bereiding van bepaalde emulsies. Zijn hobby voor chemische proeven zette hem ertoe te onderzoeken of dit bestanddeel ook zou kunnen dienen als bindmiddel voor waterverf. Hij noemde zich naast kaashandelaar ook chemicus, iets wat hij werkelijk waar heeft gemaakt. Het bleef echter wel beperkt tot proeven.
(zie verder bij zijn zoon Marinus Petrus Johannes)
|