Aantekeningen |
- In 1673 worden huw. voorw. gemaakt tussen Jacob Dirksz en Maegje Willems in aanwezigheid van haar vader Willem Jansz Knoppert, buurmeester van Maarsbergen (Not. A. van Brinckesteijn, AT015b004; 21-11-1673).
Bij de doop van haar kinderen heet zij Maegje Jans.
Lidm. lijst Woudenberg 1683: Maijken Knoppers, huijsvrouw van Jacob Dircksen, achter Geeresteijn.
In 1686 en 1696 in Jacob Dircks bruiker van de Hoef achter Geerestein (Oudschildgeld Woudenberg nr. 15).
Na 1696 is Jacob Dirksz eigenaar en in 1706, 1716, 1719 en 1725 eigenaar en bruiker van de Pangelaarshoeve met 16 morgen land (Oudschildgeld Woudenberg, nr. 48).
Na 1706 is Jacob Dirksz bruiker en in 1716, 1719 en 1725 eigenaar en bruiker van een halve hoeve land bij de Pangelaarshoeve (Oudschildgeld Woudenberg, nr. 20, 21).
In 1716, 1719 en 1725 is Jacob Dircksz op de Wetering eigenaar en bruiker van het Verloren land in de Wetering onder Woudenberg (Oudschildgeld Woudenberg nr. 95).
Hendrik Lubbertsen van Scherpenzeel en zijn vrouw lenen 450 gulden van Hendrik van Geijtenbeek. Onderpand: ca. twee morgen land op de Wetering. Oost: de weduwe van Dirk Hendriksz Vermeulen, west: Jacob Jansz Knopper, zuid: Hendrik van Geijtenbeek, noord: Jacob Dircksz van de Haar. (Dorpsgerecht Woudenberg 2346, fol. 13vo, 14, 14vo; 22-03-1720).
|