Aantekeningen |
- Arien Gerritsen van Maren, voor zich en namens zijn onmondige zoon Willem Ariensen van Maren, Willem Verkroost, man van Merrigjen Arienz van Maren, Arien Janz, man van Gerritjen Arienz van Maren, Maijgjen Arienz van Maren, meerderjarig jd., kinderen van Arien Gerritsen van Maren en erfgenamen van Rijck Gerritsz van de Weteringh, molenaar te Woudenberg.
Gerrit Varekamp, Roelof Varekamp, Gerrit Volckertse Varekamp en Gerrit Volckertse Varecamp, kinderen en kleinkinderen van Roeloffje Roelen, vrouw van Rijck Gerritsen van de Wetering. Zij machtigen Theunis Wildeman, gerechtsbode om namens hen aan Jan Jacobsen van de Haer en zijn vrouw de molen, molenwerf, huis, berg, hof en boomgaard ten westen van het dorp te verkopen. Volgt de overdracht. Oost en west: de Gemeente van Woudenberg, zuid: de erfgenamen van Cornelis Willemsz, schoenmaker (Mom) of De Heijgraeff, noord: de gemeene meenterwegh. Belast met 3 gulden uit de boomgaard en 1 gulden 10 stuivers uit de molen t.b.v. de Gemeente van Woudenberg en 6 gulden windgeld t.b.v. de Domeinen ´s lands van Utrecht. (Dorpsgerecht Woudenberg 2346, fol. 30vo, 31, 31vo, 32; 17-12-1723 en 23-12-1723).
Jan Jacobse van de Haar en zijn vrouw Rijkje van Ravesloot verkopen aan Jacob Koendertsen de molen met toebehoren, molenwerf, huis, twee bergen, boomgaard en tabakschuur met de hang op het westeinde van het dorp. Oost en west: de gemeente (Meent) van Woudenberg, zuid: de wed. Mom met haar onmondige kinderen of de Heijgraaff, noord: de gemene meentewegh. Belast met een erfpacht van 3 gulden gaande uit de boomgaard en een gulden 10 stuivers uit het hele goed t.b.v. de gemeente van Woudenberg. Belast met 6 gulden windgeld t.b.v. Domeinen ´s Lands van Utrecht. De 40e penning is betaald op 05-12-1733. (Recht. Arch. Woudenberg 2346, fol. 150; 22-02-1735).
Gijsbert Jacobsen van de Haar verkoopt aan Jan Jacobz van de Haar een huis met annex opkamer en inkamer, achterhuis, hof en hofstede ten noorden van de Voostraat. Oost: de weduwe van Gerrit Thijssen Verhoeff, west: Dirk Janz Versteegh, noord: eeuws Aalten, zuid: de gemeene Voostraat. Recht op drie schaar weidens op de meent. De 40e penning is al op 01-05-1729 betaald. (Recht. Arch. Woudenberg 2346, fol. 156; 20-02-1736).
Jan Jacobse van de Haar verkoopt aan Gerrit Arienz van Ravesloot en Maria Arienz van Ravesloot, ieder voor de helft een huis met annex opkamer en inkamer, achterhuis, hof en hofstede aan de noordkant van de Voorstraat. Oost: Willem Moesbergen, west: Dirk Janz Versteegh, noord: de erfgenamen van Meeuws Aalten, zuid: de gemeene Voorstraat. Recht op drie schaar weidens op de
meent. (Recht. Arch. Woudenberg 2346, fol. 156, 156vo; 20-02-1736).
|