| Aantekeningen |
- Uit De Viersprong nr. 106:
Mechelen
Reeds aan het eind van de dertiende eeuw was er in leper (West-Vlaanderen) een geslacht De Grauw. Later kwam de naam ook in Aalst (Oost-Vlaanderen) voor. In het begin van de zeventiende eeuw bestond bovendien een geslacht van die naam in Bergen op Zoom. Het nu nog bestaande geslacht De Grauw komt oorspronkelijk uit Ouwen (thans Grobbendonck, provincie Antwerpen) in de nabijheid van Mechelen. Lambrecht de Grauw kreeg in 1487 te Mechelen burgerrechten en overleed aldaar in 1501. In de jaren 1600 tot 1800 stond het geslacht De Grauw bekend als een belangrijke brouwersfamilie. Het waren de meest vooraanstaande leden van de Mechelse burgerij, die belangrijke bestuurlijke functies bekleedden. Tot in het begin van de twintigste eeuw bestond in Mechelen een brouwerij onder leiding van de familie De Grauw. Het bedrijf ging daarna, in andere handen over.
Moerdijk
Hendrik de Grauw, gedoopt in Mechelen op 17 april 1594, vertrok naar de Noordelijke Nederlanden en vestigde zich aan de Moerdijk, gemeente Zevenbergen. Uit deze tak kwam, drie generaties verder, Mattheus de Grauw (1726-1776) voort. Net als zijn voorvaderen werd hij rooms-katholiek gedoopt (op 12 december 1726), maar na zijn huwelijk in 1756 met de protestantse Maria Catharina de Beer liet hij zijn acht kinderen in de hervormde kerk dopen. Mattheus was van beroep postmeester in Moerdijk, doch tijdens de overheersing van Napoleon wenste hij dit ambt niet langer uit te voeren.
Alphen en omgeving Arie de Grauw
De tweede zoon van Mattheus en Maria, Arie de Grauw, werd gedoopt op 2 januari 1757 te Klundert bij Moerdijk. Hij trouwde op 17 december 1799 te Nieuwkoop met Heiltje Groenendijk, geboren te Zwammerdam op 15 juni 1773. Arie was herbergier in Leimuiden en overleed aldaar in 1828. Heiltje was al in 1826 gestorven. Hun nageslacht bleef overwegend in Leimuiden wonen en verdiende de kost als werkman/landbouwer. Waarom Arie onze kant op kwam, is onbekend.
Volledigheidshalve noemen we ook Hendrik de Grauw (1760-1825), derde zoon van Mattheus en Maria, die zich eveneens in onze regio vestigde. Hij trouwde op 1 mei 1785 te Aarlanderveen met Maria Herrewijn. Hendrik was kastelein in 't Reghthuys te Zwammerdam, waar zijn schoonvader handel dreef in bier. Er kwamen zeven kinderen, van wie het vijfde, zoon Cornelis de Grauw (1794-1853), aanvankelijk timmerman was maar later deurwaarder werd van het 'Vredegeregt' (voorloper van het kantongerecht) in de gemeenten Oudshoorn en Aarlanderveen. De nakomelingen van Mattheus en Maria verspreidden zich in volgende generaties over heel Nederland.
Arie de Grauw en Heiltje Groenendijk kregen vijf kinderen die in de hervormde kerk te Zwammerdam werden gedoopt. Het vijfde kind, Johannes de Grauw (1808-1845), is voor deze verslaglegging van belang, zijnde de enige familietak die nog in leven is. (H.G.: Dit blijkt onjuist. Ook broer Gijsbert heeft nageslacht tot in het heden.)
(zie verder bij zoon Johannes)
|
1757 - 1828 (~ 70 jaar)