Alexander Hendrik Willem Blijenburgh

Mannelijk 1877 - 1960  (82 jaar)



  • Naam Alexander Hendrik Willem Blijenburgh 
    Roepnaam Lex 
    Geboorte 28 mei 1877  Amsterdam Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Geslacht Mannelijk 
    FACT bronzen olympische medaille 
    • 1906 Athene, onderdeel degen
    Beroep eerste luitenant der huzaren 
    Beroep militair 
    • luitenant-kolonel
    Recordnummer 147628 
    Overlijden 23 jan 1960  Wassenaar Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    • Nationaal Archief:

      Overledene:
      Alexander Hendrik Willem van Blijenburgh
      Geslacht:
      Man
      Leeftijd:
      82
      Vader:
      Hendrik Willem van Blijenburgh
      Moeder:
      Maria Koopman
      Relatie:
      Anna Gerarda de Hondt

      Gebeurtenis:
      Overlijden
      Datum:
      zaterdag 23 januari 1960
      Plaats:
      Wassenaar
      Plaats instelling:
      Wassenaar
      Collectiegebied:
      Zuid-Holland
      Documentnummer:
      21
      Registratiedatum:
      25 januari 1960
      Plaats:
      Wassenaar
      AkteSoort:
      Overlijdensakte
      Opmerking:
      Gehuwd geweest met Charlotte Henriette Remcoline Böhtlingh
    Aantekeningen 
    • Alexander Hendrik Willem (Lex) van Blijenburgh (Amsterdam, 28 mei 1877 - Wassenaar, 23 januari 1960) was een Nederlands luitenant-kolonel, schermer, vriend van de schrijver Louis Couperus en vicevoorzitter van de Haagse afdeling van het Louis Couperus Genootschap.

      Loopbaan
      In 1900 werd Van Blijenburgh benoemd tot 2e luitenant der Huzaren. In 1904 werd hij bevorderd tot eerste luitenant, in 1916 tot ritmeester. Later volgden bevorderingen tot majoor (1927) en luitenant-kolonel (voor 1937) der Huzaren. In de Eerste Wereldoorlog was hij commandant van het derde escadron Wielrijders te Hengelo.

      Sport
      Van Blijenburgh won geregeld wedstrijden schermen in het kader van de Koninklijke Officiers Schermbond. Zo won hij in 1902 de zilveren medaille met als tegenstander luitenant jhr. Willem Laman Trip. Een jaar later won hij een eerste prijs op sabel op het toen gehouden wapenfeest van de schermbond. In 1904 won hij weer een tweede prijs op sabel. In dat jaar maakte hij deel uit van de groep die Nederland vertegenwoordigde op het Internationale Schermconcours dat in juni te Londen werd gehouden; hij speelde daar, volgens de verslagen, enkele mooie partijen.[4] In 1905 won hij bij de wedstriijden die ter gelegenheid van de achtste verjaardag van de schermbond werden gehouden een 1e prijs in duel-degen.[5] In 1906 volgde voor hem weer een tweede prijs.[6] Hij nam deel aan de later tot Tussenliggende Spelen gedevalueerde Olympische Zomerspelen in 1906 en won op het onderdeel degen een bronzen medaille.

      Behalve schermen deed hij ook aan hackney rijden. Hij kreeg met zijn eenspan een eervolle vermelding op een concours hypique dat op Zorgvliet werd gehouden in 1906.

      Van Blijenburgh en Louis Couperus
      Van Blijenburgh leerde de schrijver Louis Couperus (1863-1923) en diens vrouw Elisabeth Couperus-Baud (1867-1960) kennen via zijn schoonmoeder Johanna Conradina Vethake (1857-1928), lid van de familie Vethake en weduwe van luitenant-ter zee Frederik Böhtlingk (1850-1901), en zijn vrouw Charlotte. Het schrijversechtpaar was in 1915 vanuit Italië gerepatrieerd naar Nederland. Daarna begon Couperus lezingen te verzorgen. Hij debuteerde in de Koninklijke Kunstzaal Kleykamp op 23 maart 1915. Moeder en dochter Böhtlingk waren daarbij aanwezig. In de pauze of na de lezing hebben zij met Couperus kennis gemaakt. Daarna ontspon zich een briefwisseling die getuigt van een hartelijke vriendschap tussen de schrijver en zijn vrouw enerzijds en mevrouw Böhtlingk en het jonge echtpaar Van Blijenburgh anderzijds. Er werden geregeld bezoeken aan elkaar gebracht en moeder en dochter bezochten steevast de lezingen die Couperus in Den Haag hield. Mevrouw Böhtlingk bzorgde het echtpaar geregeld mooie cadeaux of sommen gelds waarmee het mooie zaken kon kopen. Ook stelde mevrouw Böhtlingk haar equipage ter beschikking.

      Van Blijenburgh bemiddelde bij een lezing die Couperus in Hengelo hield op 23 januari 1916 toen Van Blijenburgh daar gelegerd was en commandant van het escadron wielrijders was. Daar leerde Van Blijenburgh, op aanbeveling van Couperus, ook diens latere biograaf Henri van Booven kennen, die toen onder Van Blijenburgh kwam te staan als militair in Breda. In 1920 verifieerde Van Blijenburgh op verzoek van Couperus de militaire termen zoals hij die gebruikt had in de roman Iskander. De roman van Alexander den Groote aan de hand van de voorpublicatie in Groot Nederland, nog later aan de hand van de drukproeven. Bij vergelijking blijken er inderdaad verschillen tussen de voorpublicatie en de uiteindelijke boekuitgave als het gaat om militaire zaken, die dus te danken zijn aan Van Blijenburgh. Couperus bemiddelde dan weer bij zijn uitgever Salomon Frederik van Oss opdat Van Blijenburgh aan de Haagse Post medewerking zou kunnen verlenen.

      Tot kort voor zijn overlijden hadden de vrienden nog contact met Couperus. Direct na Couperus' overlijden voelde Van Blijenburgh naar aanleiding van de vele verschenen artikelen over Couperus als "intieme vriend" van de schrijver behoefte het geschilderde beeld te nuanceren.

      Louis Couperus-genootschap
      Na de oprichting van het (eerste) Louis Couperus Genootschap in 1928 werd Van Blijenburgh vicevoorzitter van de Haagse afdeling, waar in naam de veelal in Vlaanderen vertoevende schrijver Cyriel Buysse voorzitter van was. Hij sprak over hem tijdens een maaltijd waar Couperus herdacht werd, in aanwezigheid van de weduwe Elisabeth Couperus-Baud, in hotel Hoogwerf in februari 1930. En op 10 juni 1930 sprak hij namens de Haagse afdeling enkele woorden bij de onthulling van de gevelsteen aan het geboortehuis van Couperus. Op 11 juni 1933 opende Van Blijenburgh de tentoonstelling van handschriften en boeken van Couperus, ter gelegenheid van de dag dat de schrijver 70 zou zijn geworden.

      Na de opheffing van het genootschap in 1936 bleef Van Blijenburgh in contact met de weduwe Couperus-Baud, in ieder geval tot nog enkele jaren voor haar overlijden blijkens een brief van Elisabeth Couperus aan Van Blijenburgh uit 1955. In 1957 ontving Van Blijenburgh de biograaf dr. Hendrik Willem van Tricht en gaf hem de briefwisseling met het echtpaar Couperus ter inzage. In 1962 verzocht Van Tricht aan de weduwe Van Blijenburgh-de Hondt om twee brieven af te staan voor het Couperus-brievennummer van Maatstaf dat 100 jaar na de geboorte van Couperus in 1963 verscheen.
    Persoon-ID I147628  groeneveld
    Laatst gewijzigd op 12 apr 2013 

    Vader Hendrik Willem van Blijenburgh,   geb. 6 aug 1837, Amsterdam Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 25 dec 1890, Surabaya (Ned. Ind.) Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd 53 jaar) 
    Moeder Maria Koopman,   geb. 17 okt 1849, Willemstad (Curaçao) Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 1942 (Leeftijd 92 jaar) 
    Huwelijk 14 apr 1875  Den Haag Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Gezins-ID F1365418410  Gezinsblad  |  Familiekaart

    Gezin 1 Charlotte Henriette Remcoline Böhtlingk,   geb. ca. 1888   ovl. 27 jan 1938, Den Haag Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd 50 jaar) 
    Huwelijk 21 okt 1913  Den Haag Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Type: civil 
    Kinderen 
     1. Levend
     2. Levend
     3. Blijenburgh,   geb. 19 nov 1918, Den Haag Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatieovl. 19 nov 1918, Den Haag Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie (Leeftijd 0 jaar)
    Gezins-ID F1365623280  Gezinsblad  |  Familiekaart

    Gezin 2 Anna Gerarda de Hondt   ovl. Ja, datum echter onbekend 
    Huwelijk 18 jul 1947  Den Haag Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Type: civil 
    Gezins-ID F1365623279  Gezinsblad  |  Familiekaart